hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3
lezen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
lezen

Slide 1 - Slide

Theorie
Het deelonderwerp van een alinea 
Een alinea is een stuk van een tekst. 
Elke alinea heeft zijn eigen onderwerp. 
je noemt dit een deelonderwerp. 
je kunt het deelonderwerp meeste in één of een paar woorden opschrijven. 

Slide 2 - Slide

Theorie
De kernzin van een alinea
in een alinea staat altijd één zin die het belangrijkst is. 
Je noemt deze zin de kernzin 
Vaak begint een alinea met de kernzin. 
In de kernzin vind je het deelonderwerp dat bij de alinea hoort. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Lees de tekst op de volgende slide goed door. 
Beantwoord daarna de vragen. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
het vervalsen van geld
B
katoen
C
briefgeld

Slide 7 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
het papier van briefgeld moet heel stevig zijn
B
briefgeld is papier van katoen waar iets op gedrukt is
C
door speciale kenmerken is briefgeld niet te vervalsen

Slide 8 - Quiz

Wat is de kernzin van de inleidende alinea?
A
briefgeld is eigenlijk gewoon papier waar iets op gedrukt staat.
B
iedereen gebruikt bijna dagelijks briefgeld
C
hoe wordt briefgeld eigenlijk gemaakt?

Slide 9 - Quiz

Wat is het deelonderwerp van de inleidende alinea?
A
Bedrukt papier
B
Het dagelijks gebruik van briefgeld
C
briefgeld

Slide 10 - Quiz

Wat is de kernzin van de tweede alinea?
A
Briefgeld wordt gemaakt van katoen
B
het speciale papier wordt gemaakt van de pluizige zaden van de katoenplant
C
het papier wordt zo gemaakt dat er een watermerk in past en er goed een afbeelding op kan worden gedrukt.

Slide 11 - Quiz

Wat is het deelonderwerp van de tweede alinea?
A
stevig papier
B
katoen papier
C
de pluizige zaden van de katoenplant

Slide 12 - Quiz

Wat is de kernzin van de derde alinea?
A
In een fabriek drukken grote drukpersen de afbeelding op het papier
B
Ook wordt er in de fabriek met speciale kenmerken voor gezorgd dat het briefgeld niet te vervalsen is.
C
Als het briefgeld klaar is, wordt het goed gecontroleerd en op maat gesneden.

Slide 13 - Quiz

Wat is het deelonderwerp van de derde alinea?
A
de fabriek
B
speciale kenmerken
C
het drukken

Slide 14 - Quiz

Theorie 
De volgorde van alinea's 
De alinea's van een tekst staan altijd in een bepaalde volgorde. 
Deze volgorde moet logisch zijn. 
logisch betekent dat de volgorde klopt. 
Als de volgorde van alinea's logisch is, kun je informatie in de tekst beter begrijpen. 

Slide 15 - Slide

fout voorbeeld.
Jongetje helpt Haïti met 100.000 pond. 

oproep
Charlie deed een oproep op internet: "Ik wil geld ophalen met een fietstocht, omdat er in Haïti een grote aardbeving was waarbij heel veel mensen dood zijn gegaan. 

Een 7-jarig jongetje uit Groot-Brittannië heeft 100.000 pond (€114.000) opgehaald voor Haïti. Charlie wilde eerst 500 pond bij elkaar fietsen. Uiteindelijk werd hij voor veel meer geld door mensen gesponsord. 

8 km 
De boodschap werd over de hele wereld gelezen. Heel veel mensen maakten geld over. Het jongetje heeft uiteindelijk 8 km gefietst om het geld binnen te halen. 



Slide 16 - Slide

Geen logische volgorde.
Als je de tekst leest, klopt er niets van de volgorde waarin de alinea's staan. Alleen de titel en de bron staan op de goede plaats. 
Je weet wel ongeveer wat er gebeurd is. 

Slide 17 - Slide

goed voorbeeld
Jongetje helpt Haïti met 100.000 pond.

Een 7-jarig jongetje uit Groot-Brittannië heeft 100.000 pond (€114.000) opgehaald voor Haïti. Charlie wilde eerst 500 pond bij elkaar fietsen. Uiteindelijk werd hij voor veel meer geld door mensen gesponsord.


oproep
Charlie deed een oproep op internet: "Ik wil geld ophalen met een fietstocht, omdat er in Haïti een grote aardbeving was waarbij heel veel mensen dood zijn gegaan.

8 km
De boodschap werd over de hele wereld gelezen. Heel veel mensen maakten geld over. Het jongetje heeft uiteindelijk 8 km gefietst om het geld binnen te halen. 


Slide 18 - Slide

logische volgorde
als je de tekst leest, klopt de volgorde waarin de alinea's staan wel. 
Je weet precies in welke volgorde de dingen gebeurd zijn. 

Slide 19 - Slide

opdracht:
Het stripverhaal in de volgende sleepvraag staat in de verkeerde volgorde. 
Zet de plaatjes op de goede plek. 

Slide 20 - Slide

1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 21 - Drag question

over wie ging het stripverhaal?

Slide 22 - Open question

wat is er gebeurd

Slide 23 - Open question

waar is het gebeurd?

Slide 24 - Open question

wanneer is het gebeurd?

Slide 25 - Open question

hoe loopt het stripverhaal af?

Slide 26 - Open question

Klaar! Goed gedaan!

Slide 27 - Slide