2hv - Les 6 P1 - 4e naamval

   Deutsch!    

2hv
Les 6 P1
Gutentag!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

   Deutsch!    

2hv
Les 6 P1
Gutentag!

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
 
                              *  weet je hoe een naamvallenschema eruitziet
                                * moet je de functies in een zin  kunnen benoemen
                                *  weet je welke stappen je moet nemen  om  het juiste lidwoord te gebruiken.

Slide 2 - Slide

Der Mann geht nach Hause.

Ich gebe dem Mann mein Geld.

Ich sehe den Mann.

Slide 3 - Slide

Waarom verandert het lidwoord bij 'Mann'?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wij gebruiken bij Duits een schema!

Slide 7 - Slide

? ---> Naamval

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Das Mädchen mag Pommes.
Wat is het onderwerp?
A
Das Mädchen
B
Pommes

Slide 10 - Quiz

Anita spielt gerne mit ihrer Freundin Anja.
Wat is in deze zin "Anita"?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 11 - Quiz

Mark gab (gaf) ihm ein Geschenk.
Wat is in deze zin "ein Geschenk"?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 12 - Quiz

Wat is het onderwerp?
"Der Pullover wird gewaschen."

Slide 13 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp?
Dem Pferd gibt der Tierarzt eine Impfung.

Slide 14 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp?
Ich habe diese fröhliche Weihnachtssocken gestern gekauft

Slide 15 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin:
Der Mann schenkt unseren Kindern ein Buch
A
Der Mann
B
schenkt
C
unseren Kindern
D
ein Buch

Slide 16 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Sie bringt ihren Eltern eine Torte mit.
A
Sie
B
bringt ...... mit
C
ihren Eltern
D
eine Torte

Slide 17 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Welche Schokolade möchtest du deiner Freundin schenken?
A
Welche Schokolade
B
möchtest ....... schenken
C
du
D
deiner Freundin

Slide 18 - Quiz

.... Mann hat einen lieben Hund.
A
Der
B
Die
C
Dem
D
Den

Slide 19 - Quiz

Ich sehe .... Mann nicht mehr.
A
Der
B
Die
C
Den
D
Dem

Slide 20 - Quiz

Alma hat ... Dateien von Internet heruntergeladen.
A
der
B
die
C
den
D
dem

Slide 21 - Quiz

... (de) Tante hat gestern ... (alle) Vasen gekauft.

Slide 22 - Open question

Wohin fährt ... Bus (m) eigentlich?

Slide 23 - Open question

... (de) Polizistin steht an der Ampel und warnt ... (het) Kind.

Slide 24 - Open question

Ich habe ... (geen) Ahnung,

Slide 25 - Open question

ob ... (jouw) Führerschein noch gültig ist.

Slide 26 - Open question

... (deze) Leute sind in der Schweiz gefahren.

Slide 27 - Open question

Warum kaufen Sie ... (de) Wagen (m) nicht?

Slide 28 - Open question

... (de) Lehrer hat ... (de) Daten auf dem Computer gespeichert.

Slide 29 - Open question

Wo ist hier in Oldenburg ... (de) Kino (o)?

Slide 30 - Open question

... (Welke) Apotheke hat ... (deze) Medikamente auf Lager?

Slide 31 - Open question

Ich habe mir .. Bein (o) verletzt.

Slide 32 - Open question