Boomwackers - Muziek in de klas workshop

• Muziek
• Basisschool
• Groep 8

Boomwackers

Met een tas vol boomwackers en een enthousiaste groep spelers, meteen aan de slag om samen muziek te maken. Vanuit het niets ontstaat er een muziekstuk. Dat heeft iets magisch.

Door samen te spelen, te improviseren en te ontwerpen, groeien je muzikale vaardigheden op alle gebieden en gebeurt er nog meer: De spelers ervaren een gevoel van trots en verbondenheid. Iedere speler is even belangrijk, je hebt elkaar nodig om tot een resultaat te komen. Je communiceert door middel van de muziek en komt samen in een 'flow'. 

Muziek in de klas

Wat zijn boomwackers?

De kleuren van de boomwackers staan gelijk aan de noten van een piano.

Je kunt daardoor melodieën en  akkoorden  maken. 

Ook als je de activiteit puur vanuit ritme benadert, zal er melodie, een akkoord of een cluster klinken.

Afspraken

- Wees voorzichtig met het materiaal: sla niet op een scherpe rand of met de opening op een hard oppervlak.

- Wees voorzichtig met elkaar: Je speelt op je eigen lichaam en alleen op dat van een ander na nadrukkelijke toestemming.

- Niet toeteren of roepen in de boomwacker. (Niet bij je gezicht)

- Boomwackers stil = uit de handen op tafel, recht voor je houden (als je in een kring staat)

Zoek een geluid

1. Solo onderzoek: onderzoek de mogelijkheden van de BW

2. Duo onderzoek: nog meer mogelijkheden

3. Muziek: in viertallen ontwerpen de spelers een kort motief 

4. Act: De muziekstukjes worden uitgebreid met beweging

Deze activiteit is bedoeld voor spelers die nog niet eerder met boomwackers hebben gewerkt.

Laat de spelers zoveel mogelijk vrij in het begin. Als de situatie erom vraagt, spreek je bepaalde regels af.

Na elke opdracht presenteren enkele spelers of groepen hun vondsten. Zet een beat aan.

Kleuters

- Spel is heel belangrijk: onderzoeken en uitproberen op verschillende manier. Daarna wordt de boomwacker iets om mee te spelen. Na spel wordt het een instrument om muziek mee te maken.

- Boomwackers en ander materiaal zijn zeer geschikt om een muziekhoek te maken met een laag volume niveau. Uiteraard zijn er wel veiligheidsafspraken nodig. Begin daarom klassikaal.

Ideeën voor spel

Wei vol bloemen: meerdere sets BW, afbeeldingen van bloemen in de BW kleuren, doppen, liedje.

- Zet alle BW rechtop als een wei vol bloemen. Laat één kind erdoorheen lopen. Bespreek wat ze hoorden. Vraag vervolgens: 'wat zou er gebeuren als we alleen rode bloemen hebben?' Vervolgens 2 tonen (C en E bijv.) en 3 tonen (voeg de G toe)

- Liedje over bloemen zingen (bijvoorbeeld 'De bolletjes) en bij 'wakker worden', mogen dan de kleur(en) van de bloem die omhoog gehouden wordt(en), meespelen. Gebruik een dop, dan kunnen ze staande op de grond tikken.

Winter: Lied Houthakkertjes

De BW zijn nu de houtstammen geworden. 

Nodig: D en A, allebei per kind

- Zagen: de 2 BW over elkaar heen wrijven (zaagbeweging)

- Hakken: de 2 BW op elkaar tikken

- Stapelen: ieder kind legt de BW in het midden van de kring, op elkaar.

- Tot slot stoken: de handen in elkaar wrijven.

Kleine groepjes of muziekhoek

Gebruik gekleurde rondjes zoals deze, of rechthoekige kaartjes om een melodie te maken met de klas of het groepje. Laat de kinderen dit zelf bedenken.

De kring of het groepje speelt de kleuren. 

Dit is ook een goede activiteit om te leren tellen. 

Vraag of er een 'aanwijzer' nodig is, de dirigent? Laat een kind de kleuren aanwijzen met een stokje.

Leg de BW en de gekleurde rondjes/ kaartjes in de muziekhoek en kijk wat er gebeurt. 

Onderbouw en middenbouw

Improviserend samenspelen:

Diatonische set: CDEFGABC

1. Rondspelen

2. Cadans

3. Ogen dicht

4. Andersom

5. Wissel van plek

6. Accelerando

7. Canon

8. Beweging (de spelleider voegt een beweging of speelwijze toe)

9. Terugsturen (spelers met een bepaalde kleur krijgen de mogelijkhied om de slag terug te sturen door in de richting van de vorige speler te kijken)

10. Ritme (1, 2 of 3 tonen op een tel)

11. Wave

12. Toonladder-wave (CDEFGABC, enz-volgorde staan)

Octo Puls

1. Eén van de acht: speel bijv. op tel 6.

2. Groove: op een andere tel wordt iets toegevoegd, bijv. een stamp.

Een voorbeeld van een groove: 1= stamp. 2= rust. 3= BW op de grond 4= BW op je hand. 5 = rust. 6= BW op je hoofd. 7 = zwaai heen en weer. 8= roep Ji-Ha!

Octo Puls - pentatonische BW CDEGAC (lichtgroen en roze niet)

1. Eén van de acht: speel bijv. op tel 6.

2. Groove: op een andere tel wordt iets toegevoegd, bijv. een stamp.

Een voorbeeld van een groove: 1= stamp. 2= rust. 3= BW op de grond 4= BW op je hand. 5= rust. 6= BW op je hoofd. 7= zwaai heen en weer. 8= roep Ji-Ha!

Voor een eenvoudiger niveau gebruik je 4 of 6 tellen.

3. Ieder één tel: iedere speler, of groepje spelers krijgt 1 tel van de 8 toegewezen waarop ze mogen spelen (ter plekke verzinnen of afspreken in het groepje)

4. Mini Groove: groepjes van 4-8 spelers ontwerpen hun eigen groove van 8 tellen met BW, bodysounds en bewegingen. 

Midden en bovenbouw

Looper - pentatonische set CDEGAC

Voor-looper met break:

Break: Pannenkoek, pannenkoek/ Oliebol/ glas met limonade / - half-vol!

oliebol = C /Pannenkoek= E, pannenkoek=D/ glas met limo= G, nade=A/ halfvol= C!

Opbouw: looper ontwerpen:

1. Looper in kring: elke speler voegt een eenvoudig ritme toe

2. Kloon: groepjes van 3-5 verzinnen iets en voegen dat toe. (Kloon is met muzikaal leider)

3. Break: door de hele klas. De break wordt 1x of 2x gespeeld waarna ieder zijn eigen ritme weer oppakt.

4. Mini Looper: in kleine groepen ontwerpen de spelers met elkaar een looper compositie.

Geef dat ding eens door

Liedje: geef dat ding ..

beweging: pakken, tikken en doorgeven. (neerleggen bij rechter buur)

Geef dat ding eens door en geef dat ding eens door. Geef dat ding eens door en niet vergissen hoor. (pak-R-terug)

Flip Around

Flip, tik, flip, tik / RLR -geef door, grijp/

Flip, tik, flip, tik / RLR -geef door,grijp/ 

Niveau 1

Niveau 2

De Roze boomwacker komt niet heel veel voor. (Het minst vaak)

Niveau 3

Klap eerst het ritme van van het lied met de hele klas