1. Wat zijn cellen?
2. Teken een dierlijke cel. Geef aan; celmembraan, kernplasma, kernmembraan, cytoplasma en celkern
3. Teken een plantaardige cel.
Geef aan; celmembraan, kernplasma, kernmembraan, cytoplasma, bladgroenkorrel, vacuole, celwand en celkern
4. Wat zijn plastiden?
5. Geef 3 voorbeelden van plastiden.