8/9. 4 hersenen

9/8.4  hersenen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

9/8.4  hersenen

Slide 1 - Slide

wat weet je nog

Slide 2 - Slide

Welke zenuwcel is nu welke?
Bewegins-
zenuwcel
Schakelcel
Gevoels-
zenuwcel

Slide 3 - Drag question

Welk nummer geeft de schors aan van het ruggenmerg?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 4 - Quiz

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 5 - Quiz


Bewegingszenuwen geleiden impulsen van ...
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 6 - Quiz

waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
hersenen
B
hersenen en zenuwen
C
hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
hersenen en ruggenmerg

Slide 7 - Quiz

Waar geleiden gevoelszenuwcellen de impulsen naar toe?
A
Zintuigen
B
Klein hersenen
C
Grote hersenen
D
Spieren

Slide 8 - Quiz

Doel van de les: 
Je kunt de delen van hersenen noemen met hun functies en kenmerken
Je kunt de risico's van overmatig gebruik van medicijnen, alcohol en drugs beschrijven

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

 hersenenstam
automatische functies
doorgeven impulsen

Slide 12 - Slide

impulsen voor belangrijke levensfuncties
hartslam , ademhaling, bloeddruk, temperatuur
verbinden
ruggenmerg met hersenen
zintuigen van je hoofd met hersenen
van grote en kleine hersenen naar spieren en klieren hoofd en hals
hersenen stam

Slide 13 - Slide

grote hersenen
bewust waarnemen
bewust bewegen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Grijze en witte stof

Grijs: Schakelcellen

Wit: Uitlopers
In de grijze stof gebeurd het !

Slide 16 - Slide

Phineas Gage

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

kleine hersenen
coordineren bewegingen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Verdovende middelen
downers
Stimulerende middelen
uppers
Bewustzijns
veranderende middelen
trippers
Hersenen trager
Hersenen sneller
Hersenen werken anders
Verminderd pijn, angst en spanning. 
Actiever
Werkelijkheid wordt anders. 
alcohol, heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj en wiet.
 Nicotine, cafeïne, cocaïne, speed en xtc zijn voorbeelden van stimulerende drugs.
Paddo’s, lsd, lachgas, hasj en wiet 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

begrippen
grote hersenen
kleine hersenen
hersenstam
gevoelscentra
bewegingscentra
grijze witte stof

Slide 25 - Slide