1.
tekstdoel (informeren, amuseren, activeren, overtuigen, instructie geven) met tekstsoorten erbij (instructietekst, ingezonden brief)
2. tekstverband (conclusie, opsomming, voorbeeld en tegenstelling)
3. leesstrategie (zoekend en intensief lezen)
4. opbouw tekst (titel, tussenkopjes, bron & hoofdgedachte, onderwerp (hoe vind je deze en waar in de tekst)
Zoek informatie: perron, internet, enz.