• het uitstellen van inkopen;
• meer leverancierskrediet bedingen;
• (betaling van) investeringen uitstellen;
• leasen in plaats van zelf kopen;
• bezuinigen;
• eventuele winst niet via cashdividend uitkeren maar in aandelen (stockdividend) of een kleiner deel van de winst uitkeren en meer reserveren;
• aan debiteuren een korting voor contante betaling aanbieden