Les 1 - Wiskunde Functies en Vergelijkingen

Functies en vergelijkingen les 1
1 / 12
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Functies en vergelijkingen les 1

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Weekplanning;
  • Hoe kan ik dit vak het beste volgen?
  • Korte theorie;
  • Aan de slag!


Slide 2 - Slide

Weekplanning
Week 1: functies en vergelijkingen 
Week 2: functies en vergelijkingen  
Week 3: functies en vergelijkingen
Week 4: Vervalt Pasen
Week 5: Vergelijken met 2 onbekenden
Week 6: Vergelijken met 2 onbekenden
Week 7: Vergelijken met 2 onbekenden
Week 8: Toetsen

Slide 3 - Slide

Hoe kan ik dit vak het beste volgen?
Wat heb je nodig?
  • Boekje functies en vergelijkingen;
  • Schrift;
  • Pen, potlood, gum;
  • Rekenmachine;
  • Laptop met Excel.

Slide 4 - Slide

Hoe kan ik dit vak het beste volgen?
Tijdens deze lessen:
  • Maak je opdrachten en zorg dat je op schema loopt;
  • Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden op de vragen verzameld;
  • Begin op tijd met het leren voor de toets; (oefenen, oefenen en nog eens oefenen).

Slide 5 - Slide

Theorie
Het loon van een arbeider is afhankelijk van het aantal uren dat hij werkt. Bij dit bedrijf krijg de medewerker standaard 150 euro per maand ongeacht het aantal gewerkte uren, daarnaast krijgt de medewerker 14 euro per uur. 

  • Welke formule kunnen we maken voor het loon van deze arbeider?
  • Hoeveel loon ontvangt hij als hij deze maand 46 uur werkt?

Slide 6 - Slide

Functie
  • De arbeider krijgt altijd 150 euro per maand ongeacht het aantal werkuren. dit is dus een vast gegeven.
  • Maandloon = 150 +?
  • De medewerker krijgt 14 euro per gewerkt uur. 
  • We geven het aantal uren weer met de letter U
  • Maandloon= 150 + 14 *U

Slide 7 - Slide

  • De functie is Maandloon = 150 + 14*U
  • De medewerker heeft 46 uur gewerkt
  • Maandloon= 150 + 14 * 46
  • 150 + 644 = €794,-

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Vuistregels
  • Wat je aan de ene kant optelt of aftrekt moet je ook aan de andere kant doen.
  • Bij wegwerken van haakjes geldt: A(B+C) = A*B +A*C

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 40 t/m 45

Niet af? Huiswerk voor de volgende les!

Let op: op pagina 4 staat in het voorbeeld (x+6=-2x) dit moet zijn X+6 =2x

Slide 11 - Slide

Let op: 
  • op pagina 4 staat in het voorbeeld x+6=-2x dit moet zijn X+6 =2x
  • Opdracht 44 a (-i) moet weggelaten worden
  • Opdracht 44 b moet zijn -x + 3(x + 3) = x + 6 

Slide 12 - Slide