Les 7: 28 september 2022

1G1 Klassieke Talen
27 september 2022
1 / 22
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1G1 Klassieke Talen
27 september 2022

Slide 1 - Slide

Terugblik op de Lesdoelen

  • Vragen over Romeinen in Nederland en Voorburg kunnen beantwoorden
  • Enkelvoud en meervoud van werkwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen

Slide 2 - Slide

Planning
  1. Start 
  2. Terugblik speurtocht + voorkennis ophalen



  3. Uitleg werkwoord
  4. Aan de slag
  5. Afsluiting

Slide 3 - Slide

Wat betekent het woord
Limes
A
lijnen
B
limoenen
C
grens
D
kilometers

Slide 4 - Quiz

Hoe heet het type fort, waarvan de Romeinen er vele langs de Rijn hebben gebouwd?
A
castellum
B
colonia
C
municipium
D
vicus

Slide 5 - Quiz

Welke (Germaanse) stam leefde toen hier in Zuid-Holland?
A
Bataven
B
Cananefaten
C
Hadrianiërs
D
Romeinen

Slide 6 - Quiz

Van wanneer tot wanneer bestond Forum Hadriani ongeveer?
A
50 voor tot 300 na Christus
B
50 - 300 na Christus
C
4 tot 400 na Christus
D
50 voor tot 160 na Christus

Slide 7 - Quiz

Wie heeft het kanaal tussen Rijn en Maas langs Forum Hadriani laten graven?
A
Corbulo
B
Caesar
C
Augustus
D
De Cananefaten

Slide 8 - Quiz

Hoeveel inwoners had Forum Hadriani ongeveer?
A
25.000
B
1000
C
40.000
D
10.000

Slide 9 - Quiz

Limes + Forum Hadriani

Slide 10 - Slide

Limes + Forum Hadriani
Op de tweede plek is een groepje uit onze klas geëindigd! 

 Groep 7: Fiene, Sterre, Jasper Vos en Pieter (1G1)


Slide 11 - Slide

Vervoeging werkwoord (blz. 58-59)
Nederlands:
  • roepen = hele werkwoord, stam = roep-
  • persoonsvorm in hij-vorm = stam + t, dus hij roep-t
  • persoonsvorm in zij-vorm = stam + en, dus zij roep-en
Latijn:
  • vocare = hele werkwoord (infinitivus), stam = voca-
  • persoonsvorm (indicativus) in hij-vorm = stam + t = voca-t
  • persoonsvorm (indicativus) in zij-vorm = stam + nt = voca-nt

Slide 12 - Slide

Vervoeging werkwoord (blz. 58-59)
  • Werkwoord komt voorlopig voor in persoonsvorm (indicativus) en hele werkwoord (infinitivus)
  • persoonsvorm (indicativus) 3e persoon enkelvoud (hij/zij/het roept)
  • persoonsvorm (indicativus) 3e persoon meervoud (zij roepen)
  • hele werkwoord (infinitivus) na hulpwerkwoorden
  • Dus: hij wil roepen / zij willen roepen/ hij probeert te roepen etc.
  • Onderwerp en persoonsvorm moeten in zelfde GETAL staan (enkelvoud of meervoud);
  • Vervoegen door juiste uitgang achter de stam te zetten.
  • Latijn kan onderwerp weglaten, dus VOCAT = HIJ roept.

Slide 13 - Slide

Enkelvoud en Meervoud werkwoord (blz. 58-59)
maak opdracht 63 t/m 66 blz. 60

Slide 14 - Slide

Wat betekent dus vocat?
(vorm van het werkwoord 'roepen')
A
Zij roept
B
Zij roepen
C
Te roepen
D
Jij roept

Slide 15 - Quiz

Wat betekent dus timent?
(vorm van het werkwoord 'vrezen')
A
Hij vreest
B
Zij vrezen
C
Te vrezen
D
Ik vrees

Slide 16 - Quiz

Terugblik op de Lesdoelen
  • Vragen over Romeinse goden kunnen beantwoorden;
  • Vragen over Romeinen in Nederland en Voorburg kunnen beantwoorden
  • Enkelvoud en meervoud van werkwoorden kunnen herkennen, maken en vertalen

Huiswerk dinsdag 4 oktober
bestudeer vervoeging werkwoord blz. 58 + 59
maak opdracht 63 t/m 66 blz. 60

Slide 17 - Slide

Enkelvoud en Meervoud (blz. 17)

Slide 18 - Slide

Welk rijtje bevat een woord dat er niet in thuis hoort?
A
femina, servus, bellum
B
servus, rex, flumen
C
feminae, reges, flumina
D
femina, bella, flumen

Slide 19 - Quiz

Lees en vertaal de Latijnse tekst blz. 18

Slide 20 - Slide

Wat heb je van deze les geleerd of wat ga je van deze les onthouden?

Slide 21 - Open question

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll