What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nederlands hfd 3 en 4 woordenschat herhalen
Herhaling Woordenschat
hoofdstuk 3 en 4
maak de vragen om te controleren
wat je al weet.
Zie het als een oefening voor je toets!
herhaling woordenschat
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Middelbare school
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling Woordenschat
hoofdstuk 3 en 4
maak de vragen om te controleren
wat je al weet.
Zie het als een oefening voor je toets!
herhaling woordenschat
Slide 1 - Slide
Waar is het woord HORECA een afkorting van?
A
Holland Rekening Card
B
weet ik niet
C
Hoofd Receptie Camping
D
Hotel Restaurant Café
Slide 2 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord
Branches?
A
alle bedrijven in eenzelfde vakgebied/bedrijfstak
B
succes
C
begrijpt goed
D
zonder iets te doen
Slide 3 - Quiz
Wat is de betekenis van de uitdrukking
schot in de roos?
A
alle bedrijven in eenzelfde vakgebied/bedrijfstak
B
succes
C
begrijpt goed
D
zonder iets te doen
Slide 4 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord
passief?
A
alle bedrijven in eenzelfde vakgebied/bedrijfstak
B
succes
C
begrijpt goed
D
zonder iets te doen
Slide 5 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord
"beseft"?
A
alle bedrijven in eenzelfde vakgebied/bedrijfstak
B
succes
C
begrijpt goed
D
zonder iets te doen
Slide 6 - Quiz
Wat is de betekenis van de uitdrukking in
"aanraking komen met"?
A
samen
B
vooraf
C
uitvoerig
D
leren kennen
Slide 7 - Quiz
Wat is de betekenis van
"van tevoren"?
A
samen
B
vooraf
C
uitvoerig
D
leren kennen
Slide 8 - Quiz
Wat is de betekenis van de uitdrukking
"achter de schermen"?
A
samen
B
laten zien hoe iets in zijn werk gaat,
C
uitvoerig
D
leren kennen
Slide 9 - Quiz
Wat is de betekenis van
"overeenkomen met"?
A
het zelfde als
B
succes
C
begrijpt goed
D
zonder iets te doen
Slide 10 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord
"doorgaans"?
A
alle bedrijven in eenzelfde vakgebied/bedrijfstak
B
succes
C
meestal
D
zonder iets te doen
Slide 11 - Quiz
Wat is de betekenis van
"verspreid over"?
A
alle bedrijven in eenzelfde vakgebied/bedrijfstak
B
succes
C
begrijpt goed
D
verdeeld
Slide 12 - Quiz
Wat is de betekenis van
"aan de slag gaan"?
A
het zelfde als
B
aan het werk gaan
C
goed kunnen
D
voltooien
Slide 13 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord
"gemotiveerd"?
A
ergens je best voor willen doen
B
uitgekozen
C
meestal
D
zonder iets te doen
Slide 14 - Quiz
Wat is de betekenis van
"per hoofd van de bevolking"?
A
aan bod komen
B
iedereen
C
per persoon
D
onderdelen, kanten
Slide 15 - Quiz
Wat is de betekenis van
"aspecten"?
A
aan bod komen
B
succes
C
begrijpt goed
D
onderdelen, kanten
Slide 16 - Quiz
Wat is de betekenis van
"aspecten"?
A
aan bod komen
B
succes
C
begrijpt goed
D
onderdelen, kanten
Slide 17 - Quiz
In de volgende slides:
kies het juist geschreven woord die in de zin past.
Slide 18 - Slide
................jij wel, dat je over een maand al achttien wordt?
A
Besef
B
Beseft
Slide 19 - Quiz
De tuinman moest de mest over het grasveld................
A
verspreiden
B
verspreide
Slide 20 - Quiz
Als de bouw van het theater................is, wordt het gebouw feestelijk geopend
A
voltooit
B
voltooid
Slide 21 - Quiz
Babel maakt geen deel uit van de................ voor het Nederlandse elftal
A
selectie
B
select
Slide 22 - Quiz
Tijdens de vergadering zijn alle problemen ..............................
A
aan bod gekomen
B
aan bod komen
Slide 23 - Quiz
Bij de volgende sleepvraag:
Zoek het
tegenovergestelde
bij elkaar.
Slide 24 - Slide
tegenstellingen
Openbaar
passief
oorzaak
doorgaans
privé
actief
gevolg
soms
Slide 25 - Drag question
Zoek de synoniemen
Slide 26 - Slide
synoniemen
effect
selecteren
aspect
promotie
uitwerking
uitkiezen
onderdeel
reclame
Slide 27 - Drag question
pilot
doorgaans
aanvankelijk
uiteraard
proef
meestal
eerst
natuurlijk
Slide 28 - Drag question
Geef zo volledig mogelijk antwoord op de volgende vragen.
Dus antwoorden met hele zinnen.
Slide 29 - Slide
Wat betekent: "Met de deur in huis vallen".
Slide 30 - Open question
Wat betekent: "iets is in de soep gelopen".
Slide 31 - Open question
Wat betekent: "Iets op het hart hebben".
Slide 32 - Open question
Wat betekent: "ik ben niet van gisteren".
Slide 33 - Open question
Wat betekent: "ik heb twee linker handen".
Slide 34 - Open question
Wat betekent: "bergen kunnen verzetten".
Slide 35 - Open question
Wat betekent: "er geen chocolade van kunnen maken".
Slide 36 - Open question
Slide 37 - Slide
Wat bedoelt de agent met
U?
A
De fiets
B
Het meisje
C
De hond
D
zichzelf
Slide 38 - Quiz
Wat bedoelt de agent met
Viervoeter?
A
De fiets
B
Het meisje
C
De hond
D
zichzelf
Slide 39 - Quiz
Wat bedoelt de agent met
"te allen tijde"?
A
altijd
B
nooit
C
misschien
D
vandaag
Slide 40 - Quiz
Wat bedoelt de agent met
"aangelijnde toestand"?
A
De fiets moet op slot
B
Het meisje moet uitkijken
C
De hond moet aan de riem
D
zichzelf
Slide 41 - Quiz
Wat betekent het
wat de agent zegt?
A
Het meisje moet goed leren fietsen.
B
De fiets moet altijd op slot staan
C
De agent moet beter opletten.
D
Het meisje moet zorgen dat de hond altijd aan de riem loopt.
Slide 42 - Quiz
More lessons like this
Proefles Woordbetekenissen raden, 0F
July 2018
- Lesson with
24 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
MBO
Praktijkonderwijs
vmbo, mavo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Proefles Woordbetekenissen raden, 0F
July 2018
- Lesson with
24 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
Praktijkonderwijs
MBO
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Woordenschat hoofdstuk 1 2 mavo
November 2020
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Herhalen WS h1, h2 en h3
October 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
woordenschat
June 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3M Woordenschat (2)
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2023 woordenschat - synoniemen
September 2020
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3M1 & 3M2 28 januari 2022
January 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3