Wonen les 2

Wonen
 Financiën en budgettering



1 / 18
next
Slide 1: Slide
WonenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wonen
 Financiën en budgettering



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Administratie
Administratie houdt in dat je informatie verzamelt, noteert, verwerkt, deelt met anderen en bewaart. Als begeleider werk je niet alleen met cliënten: ook het bijhouden van de administratie is een van jouw taken.

Cliënten hebben een administratie. Er wordt bijvoorbeeld bijgehouden hoeveel geld er binnenkomt en uitgaat. Cliënten hebben regelmatig advies en ondersteuning nodig bij hun financiële administratie.

 - Je verzamelt bijvoorbeeld informatie die gebruikt kan worden voor het begeleidingsplan van een cliënt. 
 - Je rapporteert bijzonderheden ten aanzien van de cliënt of je vult dossiers aan met contactgegevens.
 - Je kunt ook namens de instelling waarvoor je werkt een brief schrijven aan naastbetrokkenen, bijvoorbeeld om ze te                           informeren over een activiteit die georganiseerd wordt.

Wie houdt jouw administratie bij?  Wat valt onder jouw administratie?
Heb jij in je omgeving weleens een ander ondersteunt bij zijn/haar administratie? Zoja, waarbij heb je ondersteunt?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Financiële administratie
Alle organisaties en instellingen houden een financiële administratie bij. Deze bestaat uit het vastleggen, opslaan en beheren van alle financiële gegevens. Zo houd je zicht op de inkomsten en uitgaven. Het is voor een organisatie ook verplicht om financiële gegevens te bewaren. 

Tip; de volgende begrippen zijn van belang:
- Kasboek
- Begroten
- Budgetteren

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is de rol van een begeleider bij de administratie van een cliënt?
A
De begeleider is ervoor verantwoordelijk dat de cliënt zijn administratie zelf bijhoudt.
B
De begeleider is verantwoordelijk voor de financiële administratie van de cliënt.
C
De begeleider moet ervoor zorgen dat de administratie wordt belegd met de juiste persoon.
D
De begeleider houdt de administratie van de cliënt bij.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat houdt budgetteren in?
A
Budgetteren is een manier om alleen je inkomsten bij te houden.
B
Budgetteren is een manier om de inkomsten en uitgaven op elkaar af te stemmen.
C
Budgetteren is een manier om alleen je uitgaven bij te houden.
D
Budgetteren heeft niets te maken met inkomsten en uitgaven.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waar gebruik je een kasboek voor?

Slide 7 - Open question

Voor een overzicht van de financiën over een bepaalde periode gebruik je een kasboek. Dit is een boek (papier of digitaal) waar je alle inkomsten en uitgaven in noteert. Een kasboek geeft inzicht in de financiële situatie en kan je helpen om te beslissen waar je bijvoorbeeld op kunt bezuinigen.
Wat is een budget?
A
Een budget is een vast bedrag dat je ergens aan kunt besteden.
B
Een budget zijn de vaste inkomsten die je maandelijks hebt.
C
Een budget zijn de uitgaven die je maandelijks hebt.
D
Een budget heeft niets te maken met het besteden van een bedrag.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waaruit bestaat de financiële
administratie?


Slide 9 - Open question

Alle organisaties en instellingen houden een financiële administratie bij. Deze bestaat uit het vastleggen, opslaan en beheren van alle financiële gegevens. Zo houd je zicht op de inkomsten en uitgaven. Het is voor een organisatie ook verplicht om financiële gegevens te bewaren. Bijvoorbeeld voor de Belastingdienst. 

Een financiële administratie kan bestaan uit jaarrekeningen, begrotingen, kasboeken, budgetten, uitstaande facturen, te betalen rekeningen en bankafschriften.
Wat is een begroting?
A
Dit is een totaaloverzicht van ALLEEN je inkomsten.
B
Dit is een totaaloverzicht van alle geschatte inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode of activiteit.
C
Dit is een totaaloverzicht van ALLEEN je uitgaven.
D
Dit heeft niets te maken met inkomsten en uitgaven.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Naar wie kan je je cliënt doorverwijzen voor hulp bij schulden?

Slide 11 - Open question

Als een cliënt betalingsachterstanden en/of schulden heeft, kun je hem op weg helpen naar de juiste instanties. Zoals SchuldHulpMaatje: hier kan iedereen met geldproblemen aankloppen voor gratis hulp van een deskundige.

Ook kun je doorverwijzen naar een professionele schuldhulpverlener van de gemeente. Deze brengt samen met de cliënt in kaart welk bedrag hij maandelijks zou kunnen aflossen. De schuldhulpverlener benadert vervolgens alle schuldeisers (de instanties/bedrijven waar de cliënt een schuld bij heeft) om hun een betalingsvoorstel te doen. Als de schuldeisers akkoord gaan, kan de cliënt zijn schulden gaan aflossen.
Signalen financiële problemen, welke ken je?

Slide 12 - Open question

Als een cliënt betalingsachterstanden en/of schulden heeft, kun je hem op weg helpen naar de juiste instanties. Zoals SchuldHulpMaatje: hier kan iedereen met geldproblemen aankloppen voor gratis hulp van een deskundige.

Ook kun je doorverwijzen naar een professionele schuldhulpverlener van de gemeente. Deze brengt samen met de cliënt in kaart welk bedrag hij maandelijks zou kunnen aflossen. De schuldhulpverlener benadert vervolgens alle schuldeisers (de instanties/bedrijven waar de cliënt een schuld bij heeft) om hun een betalingsvoorstel te doen. Als de schuldeisers akkoord gaan, kan de cliënt zijn schulden gaan aflossen.
Aan de slag..
Maken: Verwerkingsopdrachten 
Lezen: Boek Leefomgeving thema 4 hoofdstuk 12, 13 en 14 








Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vaardigheidslijst
Elke week ga je thuis aan de slag met je vaardigheidslijst. Hierin staan opdrachten/handelingen die je moet uitvoeren. Elke week teken je deze af door je lesgevende docent. Op je BPV zal je cliënten moeten begeleiden bij meerdere taken, het is daarom belangrijk dat jij als begeleider zelf weet hoe dit moet.

Je maakt een vlog of collage waarin je alle handelingen laat zien, deze wordt geüpload in TEAMS zodat deze afgetekend kan worden. Mag ook op stage!

Kies een doelgroep uit en vlog alsof je de stappen tijdens het oefenen van de vaardigheid aan deze cliënt uitlegt!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vaardigheidsopdracht lesweek 1
Je gaat een vlog maken waarin je laat zien dat kennis hebt van verschillende materialen en hoe je er gebruik van moet maken. Zorg ervoor dat je de volgende onderdelen terug ziet in je vlog.

 - Van welke materialen en middelen maak je thuis gebruik?
 - Onderhoud jij je materialen (denk aan stofzuiger) en hoe vaak doe jij dit?

 - Hoe werk jij ergonomisch, hygiënisch en veilig? 
 - Hoe zorg jij ervoor dat je milieu- en kosten bewust werkt?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vaardigheidsopdracht lesweek 2
Je gaat een vlog/collage maken waarin je laat zien dat kennis hebt van de volgende vaardigheden:
- Droog en nat reinigen
- Ramenzemen
- Stoffen
- Ragen

Pak je boek methodisch begeleiden en lees thema 17 - begeleiden bij wonen en huishouden.
Maak gebruik van de protocollen/richtlijnen, hierin staat beschreven hoe jij hiermee aan de slag moet.



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen check
 Je legt uit wanneer en op welke wijze je te maken krijgt met financiën en budgettering.
 Je overlegt tijdig met betrokken instanties/disciplines.

 - Heb jij deze doelen behaald aan het einde van deze les?
 - Op welke wijze kan je te maken krijgen met financiën en budgettering?
 - Kan jij thuis aan de slag met dit doel (vaardigheidslijst)?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 18 - Slide

This item has no instructions