1.6 referentiematen

 Referentiematen

Ken jij de referentiematen al uit je hoofd? 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

 Referentiematen

Ken jij de referentiematen al uit je hoofd? 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen van vandaag!
Ik kan schattingen maken met referentiematen
Ik kan rekenen met referentiematen

Slide 2 - Slide

Referentiematen inhoud

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Voorbeeld: Een verdieping is ongeveer 3 m hoog. Hoe hoog is het gebouw?

Slide 6 - Slide

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 3 uur wandelen?
Referentiemaat : Je wandelt ongeveer 4 à 6 km/h. 


Dus na 3 uur wandelen heb je ongeveer ........kilometer gelopen.

Slide 7 - Slide

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 2 uur fietsen?
Referentiemaat : Je fietst ongeveer 15 à 18 km/h.

Dus na 2 uur fietsen heb je ongeveer ........ km gefietst



Slide 8 - Slide

Hoeveel minuten doe je ongeveer over de
wandeling naar Haaksbergen?
A
25
B
30
C
40
D
50

Slide 9 - Quiz

Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een energydrink?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 10 - Quiz

Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een banaan?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 11 - Quiz

Een volwassen persoon weegt ongeveer 80kg.
Hoeveel volwassen personen
mogen tegelijk in deze lift?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 12 - Quiz

Een maand heeft ongeveer 4 weken.
Een maand heeft ongeveer 30 dagen.

Destiny gaat voor 9 maanden naar Australië.
Hoeveel weken is dat ongeveer?
A
36
B
37
C
38
D
40

Slide 13 - Quiz

De vriendin van Destiny komt 3 maanden naar Australië om samen rond te reizen.

Hoeveel dagen is dat ongeveer
A
50
B
90
C
120
D
180

Slide 14 - Quiz

Danique huurt een partytent voor
een feest met buffet voor 60 personen.
Hoeveel vierkante meter (m²) moet
de oppervlakte van de partytent zijn
volgens deze referentiematen?
Zie tabel.
A
60m²
B
70m²
C
80m²
D
90m²

Slide 15 - Quiz

Wat is de oppervlakte
van dit terras ongeveer?
A
10 m²
B
12m²
C
15m²
D
18m²

Slide 16 - Quiz

Ik kan nu rekenen met referentiematen.
A
Helemaal niet
B
Nog niet helemaal
C
Zeker wel
D
Heel zeker wel

Slide 17 - Quiz