4HV - blok 2 Schreiben - Praxis Schr. Übung 12: In welchem Fall stehen die unterstrichenen Wörter?

In welchem Fall stehen die Wörter, wenn man sie ins Deutsche übersetzt?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

In welchem Fall stehen die Wörter, wenn man sie ins Deutsche übersetzt?

Slide 1 - Slide

uw brief
In heb uw brief zojuist ontvangen

A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 2 - Quiz

mijn vriendin
Mijn vriendin kan helaas niet komen.

A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 3 - Quiz

hem
Wanneer heb je hem gezien?

A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 4 - Quiz

onze firma
Schrijf onze firma, als u problemen heeft

A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 5 - Quiz

van de chef
Dit is de nieuwe auto van de chef.

A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 6 - Quiz

Uw advertentie
Uw advertentie is erg goed!

A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 7 - Quiz

IJskoud water
IJskoud water drink ik graag.

A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 8 - Quiz

mijn brief
Hebt u mijn brief gelezen?

A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 9 - Quiz

vorige week
Ik was vorige week op reis.
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 10 - Quiz

mijn leraar
Ik heb mijn leraar een brief gestuurd
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 11 - Quiz

lekkere koffie
Dat is lekkere koffie!
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 12 - Quiz

haar
Ik ken haar niet.

A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 13 - Quiz

onze nieuwe huisarts
De man daar is onze nieuwe huisarts.
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 14 - Quiz

een goede zakenman
Hij wordt een goede zakenman.
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 15 - Quiz

haar
Ik heb het haar gegeven.
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 16 - Quiz