Aandacht en concentratie

AANDACHT en CONCENTRATIE
1 / 38
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

AANDACHT en CONCENTRATIE

Slide 1 - Slide

Hoe lang kan een kind zich
maximaal concentreren denk jij?
A
10 minuten
B
20 minuten
C
40 minuten
D
een héél uur

Slide 2 - Quiz

Hoe lang kun jij
je denk je concentreren?

Slide 3 - Mind map

Wat werkt goed voor
je concentratie?
A
Frisdrank
B
Muziek
C
Vrienden
D
Netflix

Slide 4 - Quiz

Waardoor raak jij
snel afgeleid?

Slide 5 - Mind map

Wat helpt jou het best
bij concentreren?

Slide 6 - Mind map

2

Slide 7 - Video

01:42
Wat lijkt jou voor jezelf
het fijnste hulpmiddel?

Slide 8 - Open question

02:24
Krijg jij veel 'prikkels'
binnen op school?
A
JA, heel veel!
B
Best wel veel!
C
Mwa, valt wel mee...
D
Nee

Slide 9 - Quiz

We gaan verder....

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Hoe studeer jij?
(met geluid, of zonder?)

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Slide

Ik kan me het beste concentreren wanneer ik de volgende taken van school moet maken.

Slide 22 - Open question

Wat zegt dit over de belangstelling die je hebt voor die taken?

Slide 23 - Mind map

Ik kan me slecht concentreren als ik de volgende taken voor school moet maken.

Slide 24 - Open question

Wat zegt dit over de belangstelling die je hebt voor die taken?

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Slide

Opdracht in tweetallen
  • Kijk elkaar aan.
  • Één persoon telt aan één stuk door tot 50.
  • Maak dan een keuze uit de volgende stelling:
  1. Ik kan aan één stuk door tellen.
  2. Ik raakte de tel kwijt en wist niet meer bij welk getal ik gebleven was.


Slide 27 - Slide

Opdracht opnieuw in tweetallen
  • Kijk elkaar aan.
  • Vraag degene met wie je samenwerkt in één minuut te vertellen wat hij/zij gisteren gedaan heeft.
  • Noem daarna alle dingen die hij/zij genoemd heeft.
  • Maak dan een keuze uit de volgende stelling:
  1. Ik kan precies navertellen wat ik gehoord had.
  2. Ik ben bij het navertellen dingen vergeten of maakte fouten.


timer
1:00

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

TrickyFingers

Slide 30 - Slide

Wireloop

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Hebben jullie nog meer ideeën
om je concentratie te verbeteren?

Slide 37 - Mind map

VEEL SUCCES!

Slide 38 - Slide