– de werkplek zo veilig en gezond mogelijk is;
– de werknemer zich kan beschermen tegen de risico’s van het werken met gevaarlijke machines, werktuigen en stoffen;
– de werknemer zich bij acuut gevaar zo goed mogelijk in veiligheid kan stellen;
– de inrichting van de werkplek, de werkmethode en hulpmiddelen zijn aangepast aan de werknemer;
– er bij het werk rekening gehouden wordt met persoonlijke kenmerken van de werknemer, zoals leeftijd, geslacht, ervaring, lichamelijke en geestelijke gesteldheid;
– de werknemer regelmatig contact heeft met collega’s;
– monotoon werk zo veel mogelijk wordt beperkt;
– de werknemer het werk naar eigen inzicht kan inrichten;
– de taakinhoud bijdraagt aan een verbetering van de bekwaamheid van de werknemer;
– de werknemer zich op de hoogte kan stellen van het doel en het resultaat van het werk.