BVJ thema 4 voortplanting BS3+4

Thema 4: voortplanting
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 4: voortplanting

Slide 1 - Slide

vandaag:
  • uitleg basisstof 2
  • quiz
  • thuisopdracht
  • zelfstandig werken 

Slide 2 - Slide

Ik voel me vandaag...
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

een man
leerdoelen:
  1.  je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man benoemen en hun functie
  2. je kunt de verschillen tussen zaadcellen en eicellen noemen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe noem je de geslachtscellen van mannen
A
eicel
B
spermacel
C
zaadcel
D
sekscel

Slide 6 - Quiz

belangrijke begrippen
  • balzak
  • teelballen
  • zaadcellen
  • zweepstaart
  • bijballen
  • zaadleiders
  • zaadblaasjes 

Slide 7 - Slide

zaadcel

Slide 8 - Slide

penis

Slide 9 - Slide

penis
bijbal
zaadbal
balzak
eikel

Slide 10 - Drag question

belangrijke woorden
  • prostaat
  • urinebuis
  • penis
  • eikel
  • voorhuid
  • besnijden 

Slide 11 - Slide

Jongen 
primair
Meisje 
primair
Jongen secundair
Meisje secundair
Penis
Borsthaar
Borsten
Balzak
Vagina
Schaamlippen
Baard in de keel
Bredere 
heupen 

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Hoe noem je het als een man zaadcellen verliest
A
zaadlozing
B
sperma afstaan
C
zaadmisser
D
klaarkomen

Slide 14 - Quiz

Zaadlozing
Een man kan een stijve penis inbrengen in de vagina van een vrouw. 
Wanneer zij geslachtsgemeenschap hebben (vrijen) kan een man klaarkomen, dit heet een 'zaadlozing' 
Bij een zaadlozing kan een vrouw zwanger worden
Een zaadlozing komt niet altijd door vrijen; kan ook door masturbatie of een natte droom

Slide 15 - Slide

op welke leeftijd krijgen jongen (gemiddeld) hun eerste zaadlozing
1020

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Slide

een man
leerdoelen:
  1.  je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man benoemen en hun functie
  2. je kunt de verschillen tussen zaadcellen en eicellen noemen

Slide 18 - Slide

opdracht
  • bloemetjes en bijtjes
  • hier werk je thuis aan
  • inleverdatum is: 
maandag 5 juni
  • Je krijgt hier een cijfer voor

Slide 19 - Slide

aan de slag
maken basisstof 3; vraag 1 t/m 9
en test jezelf 



Slide 20 - Slide

Basisstof 4; Seks enzo
leerdoelen:
  1. Je kunt omschrijven wat seksualiteit is
  2. je weet dat gender en seksuele voorkeur kunnen verschillen
  3. je weet hoe je wensen en grenzen kunt bewaken in een seksuele relatie

Slide 21 - Slide

Ik voel me vandaag...
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Slide

orgasme
  • eikel van de penis
  • clitoris
  • prikkeling 
  • klaarkomen of orgasme
  • Zelfbevrediging of masturbatie 

Slide 24 - Slide

Wat is een ander woord voor klaarkomen

Slide 25 - Open question

Welk deel van het geslachtsorgaan van de vrouw is het meest gevoelig
A
vagina
B
baarmoeder
C
vulva
D
clitoris

Slide 26 - Quiz

Seksualiteit
Seksualiteit zijn alle gedachten, gevoelens en handelingen die met seks te maken hebben

Lustbeleving = seksueel opgewonden raken

intimiteit = zoenen, knuffelen, elkaar aanraken, vrijen

Slide 27 - Slide

voortplanting
veel mensen hebben seks zonder dat ze kinderen willen
ze gebruiken dan voorbehoedsmiddelen; pil/condoom etc. 

Slide 28 - Slide

welke
voorbehoedsmiddelen
ken jij?

Slide 29 - Mind map

Porno
beelden die bedoeld zijn om mensen seksueel te prikkelen

Slide 30 - Slide

Pornobeelden laten goed zien hoe het er in het echt aan toe gaat
110

Slide 31 - Poll

seksuele voorkeur
heteroseksueel
homoseksueel - lesbisch
biseksueel
(transseksueel, panseksueel, aseksueel)

Slide 32 - Slide

geslacht 
geslacht (sekse) = man, vrouw, intersekse
geslacht herken je aan de geslachtskenmerken 
LET OP; DIT IS NIET HET ZELFDE ALS GENDER, gender verwijst ook naar sociale, culturele en psychologische kenmerken. (dus niet alleen lichamelijke kenmerken)

Slide 33 - Slide

gender
gender = hoe iemand zicht voelt en gedraagt
Dit is voor iedereen verschillend, misschien ben je een man maar voel je je vrouw, of geen van tweeën of allebei

transgender = iemand die zich een ander geslacht voelt dan de lichamelijke kenmerken die die persoon heeft

Slide 34 - Slide

Een seksuele relatie
het moment waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad, opgeschoven van 17,1 naar 18,6 jaar. De groep jongeren die al tussen de 12 en 14 jaar de eerste seksuele ervaring heeft, is kleiner geworden. NOS

Slide 35 - Slide

wensen en grenzen
wensen = wat je graag zou willen
grenzen = hoe ver je wilt gaan

praat altijd met elkaar, voor seks zijn altijd twee personen nodig


Slide 36 - Slide

NEE = NEE
misschien = nee
ik weet het niet = nee
ik durf niet = nee
misschien later = nee
ja, maar niet nu = nee
niets zeggen = nee
slapen = nee

Slide 37 - Slide

Ik heb de aflevering van BOOS gezien op Youtube (thevoice)
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Video

Aan de slag
basisstof 4: maak 1 tot en met 9.
en test jezelf 
contoleer of je de eerste drie basisstoffen af hebt, ook de geresette vragen!


Slide 40 - Slide