BVJ thema 4 voortplanting BS3+4

Thema 4: voortplanting
BS 4.3 een man
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 4: voortplanting
BS 4.3 een man

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag:
  • Herhalen bs 4.2 een vrouw
  • Lesdoelen bs 4.3 een man
  • Uitleg bs 4.3 een man
  • Zelfstandig werken 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ik voel me vandaag...
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Wat is de functie van de baarmoeder?
A
Het aanmaken van slijmvlies.
B
Het opslaan van bloed wat later naar buiten gaat.
C
Het laten groeien van een baby.
D
De opslag van urine.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

In de eileider kunnen eicellen rijpen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De clitoris kun je alleen zien vanaf de buitenkant van het lichaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Schaamlippen beschermen de vulva en vagina, zodat er niet zomaar iets in kan komen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Eicellen zijn vanaf de puberteit aanwezig in de eierstokken van een vrouw.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Het maagdenvlies is een dicht vlies over de vagina heen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De menstruatiecyclus van een vrouw duurt ongeveer... dagen?
A
3 dagen.
B
5 dagen
C
7 dagen
D
13 dagen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bs 4.3 een man
Lesdoelen:
  1.  Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man benoemen en hun functies en kenmerken.
  2. Je kunt de verschillen tussen zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke begrippen
  • Balzak
  • Teelballen
  • Bijballen
  • Zwellichaam
  • Zaadleiders
  • Zaadblaasjes 
  • Penis
  • Eikel
  • Voorhuid
  • Prostaat
  • Balzak

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Urineblaas: opslag van urine.

Penis: voortplantingsorgaan van de man dat bestaat uit zwellichamen, urinebuis, eikel en voorhuid. 

Eikel: top van de penis die erg gevoelig is. 

Voorhuid: dunne huidplooi die de eikel bedekt en beschermt. 

Zaadblaasje: orgaan dat vocht en voedingsstoffen toevoegt aan de zaadcellen.

Prostaat: orgaan dat vocht toevoegt aan de zaadcellen. 

Zaadleider: buisjes die de zaadcellen vervoeren. 

Zwellichaam: orgaan dat zich vult met bloed als de man seksueel opgewonden raakt. 

Urinebuis: buis die de urine het lichaam uit lijdt. 

Bijbal: tijdelijke opslagplek voor zaadcellen. 

Teelbal: orgaan dat zaadcellen maakt. 

Balzak: huidplooi waar de teelballen en bijballen in liggen. 
Hoe noem je de geslachtscellen van mannen
A
Eicel
B
Spermacel
C
Zaadcel
D
Sekscel

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Zaadcel

Slide 15 - Slide

Bestaat uit een kop en een zweepstaart.
Met de zweepstaart kunnen ze zich voortbewegen. 
penis
bijbal
zaadbal
balzak
eikel

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Jongen 
primair
Meisje 
primair
Jongen secundair
Meisje secundair
Penis
Borsthaar
Borsten
Balzak
Vagina
Schaamlippen
Baard in de keel
Bredere 
heupen 

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je het als een man zaadcellen verliest
A
zaadlozing
B
sperma afstaan
C
zaadmisser
D
klaarkomen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Zaadlozing
Een man kan een stijve penis inbrengen in de vagina van een vrouw. 
Wanneer zij geslachtsgemeenschap hebben (vrijen) kan een man klaarkomen, dit heet een 'zaadlozing' 
Bij een zaadlozing kan een vrouw zwanger worden
Een zaadlozing komt niet altijd door vrijen; kan ook door masturbatie of een natte droom

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Verschil zaadcel en eicel
Welke verschillen zie je?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Een man
lesdoelen:
  1.  Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man benoemen en hun functies en kenmerken. 
  2. Je kunt de verschillen tussen zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Thema 4, bs 3 een man;
maken opdracht 1 t/m 4 + 6 t/m 8.



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Ik voel me vandaag...
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

This item has no instructions

Thema 4: voortplanting



BS 4.4 seks enzo

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vandaag:
  • Verwachtingen
  • Lesdoelen bs 4.4 seks enzo
  • Uitleg bs 4.4 seks enzo
  • Zelfstandig werken

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 4; Seks enzo
leerdoelen:
  1. Je kunt omschrijven wat seksualiteit is
  2. je weet dat gender en seksuele voorkeur kunnen verschillen
  3. je weet hoe je wensen en grenzen kunt bewaken in een seksuele relatie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

orgasme
  • eikel van de penis
  • clitoris
  • prikkeling 
  • klaarkomen of orgasme
  • Zelfbevrediging of masturbatie 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor klaarkomen

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Welk deel van het geslachtsorgaan van de vrouw is het meest gevoelig
A
vagina
B
baarmoeder
C
vulva
D
clitoris

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Seksualiteit
Seksualiteit zijn alle gedachten, gevoelens en handelingen die met seks te maken hebben

Lustbeleving = seksueel opgewonden raken

intimiteit = zoenen, knuffelen, elkaar aanraken, vrijen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

voortplanting
veel mensen hebben seks zonder dat ze kinderen willen
ze gebruiken dan voorbehoedsmiddelen; pil/condoom etc. 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

welke
voorbehoedsmiddelen
ken jij?

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Porno
beelden die bedoeld zijn om mensen seksueel te prikkelen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Pornobeelden laten goed zien hoe het er in het echt aan toe gaat
110

Slide 36 - Poll

This item has no instructions

seksuele voorkeur
heteroseksueel
homoseksueel - lesbisch
biseksueel
(transseksueel, panseksueel, aseksueel)

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

geslacht 
geslacht (sekse) = man, vrouw, intersekse
geslacht herken je aan de geslachtskenmerken 
LET OP; DIT IS NIET HET ZELFDE ALS GENDER, gender verwijst ook naar sociale, culturele en psychologische kenmerken. (dus niet alleen lichamelijke kenmerken)

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

gender
gender = hoe iemand zicht voelt en gedraagt
Dit is voor iedereen verschillend, misschien ben je een man maar voel je je vrouw, of geen van tweeën of allebei

transgender = iemand die zich een ander geslacht voelt dan de lichamelijke kenmerken die die persoon heeft

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Een seksuele relatie
het moment waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad, opgeschoven van 17,1 naar 18,6 jaar. De groep jongeren die al tussen de 12 en 14 jaar de eerste seksuele ervaring heeft, is kleiner geworden. NOS

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

wensen en grenzen
wensen = wat je graag zou willen
grenzen = hoe ver je wilt gaan

praat altijd met elkaar, voor seks zijn altijd twee personen nodig


Slide 41 - Slide

This item has no instructions

NEE = NEE
misschien = nee
ik weet het niet = nee
ik durf niet = nee
misschien later = nee
ja, maar niet nu = nee
niets zeggen = nee
slapen = nee

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Basisstof 4: maak 1 t/m 4 + 6 t/m 8.

Ben je daarmee klaar? 
- Laat het controleren door de docent.
- Kijk de opdrachten na met het antwoordenboek. 
- Maak de test jezelf opdrachten online.



Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Ik heb de aflevering van BOOS gezien op Youtube (thevoice)
A
Ja
B
Nee

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions