A-geel: volt. dw.

NT2, A-geel

13 juni 2023

1 / 28

Slide 1: Slide

NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides.

Items in this lesson

NT2, A-geel

13 juni 2023

Slide 1 - Slide

Hoe gingen de interviews?

Heeft iedereen het interview ingeleverd?

Slide 2 - Slide

Wat leer ik deze les?

Je leert de verleden tijd te gebruiken en deze op een correcte manier te spellen.

You will learn how to use the present perfect and how to spell it in a correct manner.

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?

grammatica

uitleg voltooid deelwoord
goed of fout?
zelfstandig werken
sexy fokschaapspel

-pauze-

DISK

nieuwe woorden
zelfstandig werken
spel

rest:

filmpje met vragen
verhaal maken
weerwolven (spel)

Slide 4 - Slide

Afspraken in de les

Telefoon in de (telefoon)tas
Niet eten
Vraag? Steek je vinger op. Niet roepen!

Slide 5 - Slide

Welke tijden?

Tegenwoordige tijd - Ik fiets naar huis.

Verleden tijd - Ik fietste naar huis.

Voltooid tijd - Ik ben naar huis gefietst.

Slide 6 - Slide

Voltooide tijd

gemaakt?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

In soft ketchup x: Niet in soft ketchup x:

'-t' '-d'

Ik heb gefietst. Ik heb in Spanje gewoond.

Slide 9 - Slide

Voltooid deelwoord

Belangrijk!

geloven

verhuizen

Slide 10 - Slide

Voltooid deelwoord

soft ketchup x
't ex kofschip
't sexy fokschaap

Slide 11 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord?

Pakken

Leggen

Hopen

Kussen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

goed

fout

Slide 15 - Slide

Hij heeft mij om een pen gevraagt.

Slide 16 - Slide

Ik heb in meerdere landen gewoont.

Slide 17 - Slide

Olha is naar school gerend.

Slide 18 - Slide

Sofia heeft haar kamer geverft.

Slide 19 - Slide

Sasha heeft het huiswerk gemaakd.

Slide 20 - Slide

Je hebt het beloofd!

Slide 21 - Slide

Gisteren hebben wij gewandelt.

Slide 22 - Slide

Hij heeft met de buurman gepraat.

Slide 23 - Slide

Zelfstandig werken

Slide 24 - Slide

't Sexy fokschaapbordspel

Gooi 1x om het werkwoord en de vorm te bepalen.
Schrijf het antwoord op en controleer elkaars antwoord.
Is het antwoord goed? Dan mag je vooruit. Is het niet goed? Dan blijf je staan.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat heb je geleerd?

1. Schrijf het op.

2. Vertel het aan je klasgenoot.

3. Klassikaal bespreken.

Slide 28 - Slide