spelling

Spelling
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Zet op volgorde: hoe belangrijk vind je een goede spelling in het geval van een .... 
1. Bericht op Instagram               
2. Sollicitatiebrief                           
3. E-mail aan een leraar
4. Bedrijfsplan om een lening bij de bank te krijgen
5. Whatsappbericht aan vriend(in)
6. Uitnodiging voor een feest
7. E-mail naar netwerkcontact voor je werk


Slide 2 - Slide

Een serieus bericht van de politie (?)

Slide 3 - Slide

Programma
Spelling:
- Meervoud op -s
- Bijvoeglijk naamwoord
- De Wie-is-de-Mol-correcte-werkwoordspelling-poll 

Slide 4 - Slide

Meervouden op -en

Slide 5 - Slide

Opdracht in tweetallen: 
Kijk wat het meervoud is  en bepaal welk woord niet in het rijtje thuishoort. Waarom hoort het woord er niet bij?
1. kat - terras - park - vlek
2. huis - eis - hals - reis
3. fotograaf - druif - wolf - raaf
4. beet - poort - straat - vuur
5. zee - idee - trofee - boei
6. knie - industrie - amfibie - olie

Slide 6 - Slide

Het meervoud van sommige woorden vorm je door -en achter het woord te plaatsen, maar dat is niet altijd genoeg om het meervoud goed te spellen. 
Kast - kasten
Wereld - werelden
Opdracht in tweetallen: 
Welke spellingsregel voor het meervoud op -en hoort er bij elk rijtje?
1. kat - terras - park - vlek
2. huis - eis - hals - reis
3. fotograaf - druif - wolf - raaf
4. beet - poort - straat - vuur
5. zee - idee - trofee - boei
6. knie - industrie - amfibie - olie

Slide 7 - Slide

Welke spellingsregel voor het meervoud op -en hoort er bij elk rijtje?
1. Soms een letter verdubbelen (terras - terrassen).  Uitzondering zijn woorden die eindigen op -ik en -es waarbij de klemtoon niet op -ik of -es ligt.

2.  Soms van een -s een -z maken (huis - huizen)
 
3.  Soms van een -f een -v maken (druif- druiven) Uitzondering zijn woorden uit het Grieks! Woorden die eindigen op -graaf of -soof.

4.  Soms een a, e, o of u weghalen (beet - beten)
 
5. Als een woord eindigt op -ee, maak je het meervoud met -ën (zee - zeeën)

6. Als het enkelvoud eindigt op -ie, maak je het meervoud met -ën of -n. (knie - knieën, maar olie - oliën) Waar hangt dat vanaf?


Slide 8 - Slide

Samenvatting theorie meervoud op -en
Meervoud op -en:  
-en achter een woord.   (stoel-stoelen)
- Soms een letter verdubbelen (hok - hokken).  
- Soms een a, e, o of u weghalen (been - benen) 
- Soms van een -f een -v maken (boef - boeven) 
- Soms van een -s een -z maken (huis - huizen) 
- Als een woord eindigt op -ee, maak je het meervoud met -ën (zee - zeeën)
- Als het enkelvoud eindigt op -ie, maak je het meervoud met -ën of -n.

 

Slide 9 - Slide

Meervouden op -s

Slide 10 - Slide

Rijklaar
Een schatrijke vrouw uit Den Bosch
bezat vele soorten autos
Zo had zij gewis
één bus, twee taxis
drie jeeps en wel vier cabrios

Slide 11 - Slide

Rijklaar
Een schatrijke vrouw uit Den Bosch
bezat vele soorten autos
Zo had zij gewis
één bus, twee taxis
drie jeeps en wel vier cabrios

Slide 12 - Slide

Rijklaar
Een schatrijke vrouw uit Den Bosch
bezat vele soorten autos
Zo had zij gewis
één bus, twee taxis
drie jeeps en wel vier cabrios
De S moet altijd aan het woord vast. Behalve als dat de uitspraak verkeerd maakt én bij woorden die een afkorting zijn.

Slide 13 - Slide

Evaluatie: hoe gaat spelling nu?
Drie x socrativequiz :
1. laatste letter -t of -d
2. meervoud op -s en -en
3. bijvoeglijk naamwoord

TOOROP6848

Slide 14 - Slide

Startoefening leestekens en hoofdletters
Zie A4 dat wordt uitgedeeld

Slide 15 - Slide

Meervoud op -s

- een -s achter het woord zetten (kijkers, telefoons, tekens) 
- bij -a, -o, -u, -i of -y krijg je 's (pony's, baby's) 
- bij afkortingen krijg je 's (wc's, tv's, azc's)   
   Let op!: cadeaus, displays
WAAROM zit de S hier toch weer vast aan het woord?

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken (20 min)

Je mag kiezen:
- In je schrift vanuit het boek
- In de digitale omgeving (startopdracht kun je nu snel doen, want is net klassikaal besproken) 
Maken
- H4 spelling, opdracht 1 t/m 3 (blz. 124 en 125)

Slide 17 - Slide

Goede meervouden
Foute meervouden
zeeën
ponys
babies
bacteriën
boefen
baby'tje

Slide 18 - Drag question

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 19 - Slide

Opdracht individueel (5 min)

Noteer de lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord in een woordcombinatie. Zie het voorbeeld:
Engels - de Engelse thee
gortdroog - ...........
grijs - ...........
industrieel - ...........
kras - ...........
overvol - ...........
poeslief - ...........
religieus - ...........
ritueel - ...........
schatrijk - ...........
stokdoof - ...........
officieel - ...........

Slide 20 - Slide

Bijvoorbeeld:
Engels - de Engelse thee
gortdroog - de gortdroge humor
grijs - de grijze lucht
industrieel - de industriële vormgeving
kras - een krasse opmerking
overvol - het overvolle programma
poeslief - het poeslieve kind
religieus - het religieuze lied
ritueel - de rituele verbranding
schatrijk - de schatrijke ondernemer
stokdoof - een stokdove buurman
officieel - de officiële opening

Slide 21 - Slide

Bekijk de spelling van de bijvoeglijke naamwoorden. 

Sommige van de bijvoeglijke naamwoorden spel je volgens eenzelfde regel. Bijvoorbeeld 'Engelse' en 'schatrijke'

Welke twee woorden horen bij elkaar en wat is de spellingsregel? 
Voorbeeld: De regel voor 'Engelse' en 'schatrijke' luidt: zet een -e achter het woord.
Engels - de Engelse thee
gortdroog - de gortdroge humor
grijs - de grijze lucht
industrieel - de industriële vormgeving
kras - een krasse opmerking
overvol - het overvolle programma
poeslief - het poeslieve kind
religieus - het religieuze lied
ritueel - de rituele verbranding
schatrijk - de schatrijke ondernemer
stokdoof - een stokdove buurman
officieel - de officiële opening

Slide 22 - Slide

1. Engels - de Engelse thee
schatrijk - de schatrijke ondernemer
2. kras - een krasse opmerking
overvol - het overvolle programma
3. gortdroog - de gortdroge humor
ritueel - de rituele verbranding
4. poeslief - het poeslieve kind
stokdoof - de stokdove buurman
5. grijs - de grijze lucht
religieus - het religieuze lied
moedeloos - de moedeloze kandidaat
6. industrieel - de industriële vormgeving
officieel - de officiële opening

|


1. een - e achter het woord zetten. (nieuw - nieuwe)
2. Soms een letter verdubbelen (stil - stille)
3. Soms een a, e, o of u weghalen (duur - dure)
4. Soms van een -f een -v maken (braaf - brave)
5. Soms van een -s een -z maken (boos, boze)
6. Soms een trema toevoegen (financieel, financiële)

Slide 23 - Slide

Spellingsregels bijvoeglijke naamwoorden (lange vorm)
1. een - e achter het woord zetten.  (nieuw - nieuwe)
2. Soms een letter verdubbelen (stil - stille) 
3.  Soms een a, e, o of u weghalen (duur, dure) 
4. Soms van een -f een -v maken (lief, lieve) 
5. Soms van een -s een -z maken (boos, boze)  
6. Soms een trema toevoegen en een -e weghalen (financieel, financiële)
En: Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en (ijzeren deur, linnen tas maar aluminium blik)

Slide 24 - Slide

Zelfstandig werken (10 min)
maken: opdracht 2 en 3 (blz. 155)

Je mag kiezen:
- In je schrift vanuit het boek
- In de digitale omgeving

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

De Wie-is-de-Mol-correcte-werkwoordspelling-poll  
https://twitter.com/WieIsDeMol/status/1100644382758313984

Slide 27 - Slide

Het is bijna zover: de finale van Wie is de Mol? 2019. Op zaterdag 9 maart

weten we zeker wie dit jaar de boel ................................... (saboteren) als de

Mol: Niels, Sarah of Merel.

Slide 28 - Open question

Ik ben ervan ........................................ (overtuigen) dat dit het antwoord is:

Slide 29 - Open question

......................... is de Mol.
A
Merel
B
Niels
C
Sarah

Slide 30 - Quiz

De finale ............................. (vinden) aanstaande zaterdag plaats, maar

de ontknoping pas een week later. Bij de volgende aflevering kan dus voor het laatst ingezet worden op wie de Mol is.

Slide 31 - Open question

Uit de teaser
…............................. (worden) in ieder geval niet duidelijker wat de afloop zal zijn.

Slide 32 - Open question

…..............................(raden) jij het dit jaar goed?

Slide 33 - Open question

En …...................... (raden) jullie het vorig jaar goed?

Slide 34 - Open question