Je gebruikt deze vorm onder andere voor feiten, gewoonten of dingen die regelmatig gebeuren. Bijvoorbeeld:
I regularly go to the gym. (Ik ga regelmatig naar de sportschool.) = regelmatige gebeurtenis.
I read the newspaper every day.
(Ik lees elke dag de krant.) = gewoonte.
The earth revolves around the sun.
(De aarde draait om de zon.) = feit.
Voor de opdrachten is het ook handig om een vertaal site erbij te gebruiken.