What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammar recap Unit 4 + 5 H1
Grammar recap Unit 4 + 5
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammar recap Unit 4 + 5
Slide 1 - Slide
Aims
At the end of this lesson, you can:
- form tag questions
- use many/much/little/few
- form past simple
- form questions and negatives in the past simple
Slide 2 - Slide
Tag questions
Het werkt als een soort batterij.
als in het eerste deel 'not'/ n't staat, staat dat in deel 2 niet.
You are Dave, aren't you?
Slide 3 - Slide
Tag questions
Herhaal het ww uit het eerste deel van de zin en zet daar not bij + I/you/he/she/it/we/they/you
You
are
Dave,
aren't
you?
She
is
your sister,
isn't
she?
We
have
got a dog,
haven't
we?
Slide 4 - Slide
1 Uitzondering
I am your friend, aren't I?
Slide 5 - Slide
Tag questions
Als er maar 1 werkwoord in de zin staat en dit is niet am/is/are/have/has/can/must/will:
gebruik do/don’t/does/doesn’t in je tag question.
She works at the library, doesn't she?
We walk to school, don't we?
Slide 6 - Slide
We are home late, ............?
A
aren't we
B
amn't we
C
isn't we
Slide 7 - Quiz
I am the best teacher in the world, .............?
A
aren't I
B
amn't I
C
isn't I
Slide 8 - Quiz
My uncle has got a piano, .............?
A
has he
B
hasn't he
C
have he
D
haven't he
Slide 9 - Quiz
MUCH
&
MANY
Much & Many:
Beide betekenen "veel"
Much
: gebruiken we bij dingen die je niet kan tellen.
Zoals: love, money, food.
Bijvoorbeeld: We did not spend
much
time on his work.
Many
: gebruik je voor dingen die je wel kunt tellen.
bijvoorbeeld: They always visit too
many
museums.
Slide 10 - Slide
Little
&
Few
Little
en
few
gebruik je om te zeggen dat er
WEINIG
van iets is.
Little
-> woorden die je
NIET
kunt tellen.
little room, a little more information
Few
-> bij woorden die je
WEL
kunt tellen.
few boys, a few options
Slide 11 - Slide
SCHEMA
VEEL WEINIG
TELBAAR
many few
ONTELBAAR
much little
Slide 12 - Slide
Much or many? people
A
much
B
many
Slide 13 - Quiz
Much or many?
potatoes
A
much
B
many
Slide 14 - Quiz
..... (veel) water
A
much
B
many
C
little
D
few
Slide 15 - Quiz
Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.
Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.
Slide 16 - Slide
Regelmatige werkwoorden (rww)
Achter het werkwoord plaats je '
ed
'
I walk -> I walk
ed
it rains-> it rain
ed
they beg-> they beg
g
ed
Slide 17 - Slide
RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op
-
e
, dan komt er in de past simple alleen een
-d
achter:
I liv
e
- I liv
e
d
you mov
e
- you mov
e
d
In de past simple wordt de laatste medeklinker
verdubbeld
als er één
klinker
voor staat:
I dr
o
p
- I dr
o
pp
ed
they pl
a
n
- they pl
a
nn
ed
Slide 18 - Slide
RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -
y
, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carr
ied
you study- you stud
ied
In de past simple komt er een -ed achter als er een
klinker
voor staat:
I pl
a
y - I pl
a
y
ed
Slide 19 - Slide
Past Simple - Vraag/Ontkenning
UITZONDERING: TO BE!
Vraagzinnen
Did
+
hele ww
(1e kolom):
Did
you
walk
to school yesterday?
Ontkennende zinnen
Didn't
+
hele ww
(1e kolom):
You
didn't
walk
to school yesterday.
Slide 20 - Slide
Wat is de Past Simple van work
A
works
B
worked
C
working
D
work
Slide 21 - Quiz
Wat is de Past Simple van study
A
studyd
B
studyied
C
studyed
D
studied
Slide 22 - Quiz
My sister .......... (play) the guitar last year.
Slide 23 - Open question
Maak een vraagzin:
My parents worked at a school
Slide 24 - Open question
Wat waren de VT vormen van to be?
Slide 25 - Open question
Maak de zin ontkennend:
I was very angry yesterday
Slide 26 - Open question
Aims
At the end of this lesson, you can:
- form tag questions
- use many/much/little/few
- form past simple
- form questions and negatives in the past simple
Slide 27 - Slide
En, snap je alles?
A
Ja
B
Nee
C
Na extra oefenen wel
Slide 28 - Quiz
More lessons like this
T3 unit 1
September 2023
- Lesson with
36 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Preparation Big Bad Grammar Test
May 2021
- Lesson with
47 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammar Recap
September 2022
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Mavo 3 - grammar herhaling - 8 oktober
October 2024
- Lesson with
34 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Past simple, Present perfect & used to, question tags
December 2022
- Lesson with
45 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Unit 1, week 9 Mavo
October 2024
- Lesson with
34 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
Tag Questions, Many vs Much, Few vs Little
April 2023
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Tag q, much, many, a lot of
February 2023
- Lesson with
40 slides
Engels
Basisschool
Groep 1