Aan de slag: opdracht 2, blz. 27
c. calculatie + calculator
d. liberalisering + liberaal
e. nuance + nuancering
f. observatie + observator (observant)
g. provocatie + provocateur
h. terrorisme + terreur
Wat: Kies bij elke letter een woord waar je een betekenisvolle zin mee maakt.
Hoe: Werk eerst 10 minuten zelfstandig in stilte. Daarna tijd om te overleggen.
Bespreking: klassikaal
Klaar: Maak met de overgebleven woorden een zin.