This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
leesstrategieën
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
• verkennend lezen:
Een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen. Je leest de titel en de tussenkopjes, je kijkt naar de plaatjes en de anders gedrukte woorden en de bron;
Slide 3 - Slide
nauwkeurig lezen:
een tekst helemaal lezen om hem te begrijpen;
Slide 4 - Slide
• zoekend lezen:
in een tekst zoeken naar het antwoord op een vraag.
Slide 5 - Slide
verkennend lezen
nauwkeurig lezen
zoekend lezen
Je wilt weten met wat voor tekst je te maken hebt.
Je hebt een vraag en die wil je snel beantwoorden.
Je wilt de tekst begrijpen.
Slide 6 - Drag question
Verkennend lezen
Zoekend lezen
Nauwkeurig lezen
Een tekst bekijken
Antwoord op de vraag
Helemaal
Slide 7 - Drag question
Bij zoekend lezen . . .
A
lees je de 1e en laatste zin van elke alinea
B
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt
C
bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea
D
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst
Slide 8 - Quiz
Wat betekent verkennend lezen?
A
De tekst van het begin tot het einde lezen.
B
Kijken naar de titel, tussenkopjes, afbeelding en eerste en laatste zin van een alinea lezen.
C
Als je meer wilt weten over een onderwerp of het antwoord op een vraag zoekt.
Slide 9 - Quiz
Nauwkeurig lezen
Zoekend lezen
verkennend lezen
Titel, kopjes, afbeelding, inleiding
Je wil meer weten over een onderwerp of je zoekt het antwoord op een vraag.
Dit doe je als je een samenvatting wil maken
Je lees de tekst van begin tot eind.
Slide 10 - Drag question
Bij zoekend lezen:
A
Wil ik informatie vinden die ik nodig heb
B
Lees ik een tekst heel precies
C
Bekijk ik vooral het onderwerp van de tekst
D
Zoek ik alleen de moeilijke woorden op
Slide 11 - Quiz
Als ik iets opzoek in het woordenboek, gebruik ik de leesstrategie:
A
Oriënterend lezen
B
Precies lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen
Slide 12 - Quiz
Als je snel wilt weten waar de tekst over gaat en om te zien of deze interessant is ga je de tekst ...
A
verkennend lezen
B
zoekend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
overschrijven
Slide 13 - Quiz
Wanneer ga je verkennend lezen?
A
Als je meer wilt weten over een onderwerp of het antwoord zoekt op een vraag.
B
Als je informatie nodig hebt om iets uit te voeren.
C
Als je wilt weten waar de tekst over gaat om te zien of deze interessant is.
Slide 14 - Quiz
Wanneer ga je zoekend lezen?
A
Als je meer wilt weten over een onderwerp of het antwoord zoekt op een vraag.
B
Als je informatie nodig hebt om iets uit te voeren.
C
Als je wilt weten waar de tekst over gaat om te zien of deze interessant is.
Slide 15 - Quiz
Wat is nauwkeurig lezen?
A
De tekst van begin tot eind lezen.
B
Even naar de titel en tussenkopjes kijken.
C
De eerste en de laatste alinea lezen.
D
De tekst scannend lezen.
Slide 16 - Quiz
verkennend lezen
nauwkeurig lezen
zoekend lezen
zoeken naar antwoorden op
vragen
eerste en laatste
zinnen lezen
tussenkopjes gebruiken
opvallende woorden
gebruiken als zoekhulp
de tekst helemaal
begrijpen
kijken naar de tekst.
er alvast over nadenken
Slide 17 - Drag question
Welke leesstrategie pas je toe om deelonderwerpen in de tekst te vinden?
A
globaal lezen
B
oriënterend lezen
C
precies lezen
Slide 18 - Quiz
Ik moet leren voor een toets, welke leesstrategie pas ik toe?
A
Zoekend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
Oriënterend lezen
D
verkennend lezen
Slide 19 - Quiz
Bij welke leesstrategie bekijk ik de tussenkopjes, opvallende tekens, anders gedrukte woorden ?
A
verkennend lezen
B
Precies lezen
C
nauwkeurig lezen
D
Zoekend lezen
Slide 20 - Quiz
Wanneer gebruik je de leesstrategie zoekend lezen?
A
Als je moet zoeken naar de tekst
B
Als je geen zin hebt om de hele tekst te lezen
C
Als je een samenvatting wilt maken van de tekst
D
Als je een antwoord wilt vinden in de tekst op een vraag
Slide 21 - Quiz
Wat is belangrijk om te lezen bij het verkennend lezen?
A
Je leest de hele tekst.
B
Je leest de titel, inleiding, tussenkopjes .
C
Je kijkt allereerst naar de inhouidsopgave.
Slide 22 - Quiz
verkennend lezen
nauwkeurig lezen
zoekend lezen
Je wilt weten met wat voor tekst je te maken hebt.
Je hebt een vraag en die wil je snel beantwoorden.
Je wilt de tekst begrijpen.
Slide 23 - Drag question
Als ik iets opzoek in het woordenboek, gebruik ik de leesstrategie: