2G1 GTC week 36

Woensdag 7 september
1. 5 minuten lezen+ HW-controle
2. De laatste zes letters van het Griekse alfabet 
3. Opdrachtjes 

Lesdoel: je kunt Griekse letters en woorden schrijven en voorlezen.
timer
5:00
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woensdag 7 september
1. 5 minuten lezen+ HW-controle
2. De laatste zes letters van het Griekse alfabet 
3. Opdrachtjes 

Lesdoel: je kunt Griekse letters en woorden schrijven en voorlezen.
timer
5:00

Slide 1 - Slide

1. Even herhalen...

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

alfa
beta
gamma
theta
epsilon
dzeta
delta
eta
δ
γ
β
ε
θ
η
α
ζ

Slide 4 - Drag question

mu
pi
iota
ksi
omikron
labda
nu
kappa
ν
ι
π
ο
ξ
κ
μ
λ

Slide 5 - Drag question

De Griekse ν lijkt op de Nederlandse v; toch is het een hele andere letter - hoe spreek je de ν uit?
A
f
B
u
C
n
D
oe

Slide 6 - Quiz

2. De laatste zes letters

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

rho
omega
phi
chi
psi
sigma
upsilon
tau
υ
φ
ω
ψ
χ
τ
ρ
σ/ς

Slide 9 - Drag question

Bij de kleine letter ω hoort de hoofdletter
A
Ψ
B
Ω
C
Ο
D
Φ

Slide 10 - Quiz

De naam van de letter Χ is
A
phi
B
chi
C
psi
D
ksi

Slide 11 - Quiz

3. Oefeningen
1. Grieks voorlezen, p.7 oefenboek
2.  Schrijf je eigen naam in het Grieks op
3. Zelf aan de slag: p. 8 oefenboek (=HW)

Slide 12 - Slide

Lesdoel: Hoe spreek je dit woord uit: βιβλιον

Slide 13 - Open question

Huiswerk
Maken opgaven 5, 6 en 7 op p.8 oefenboek

Slide 14 - Slide

Donderdag 8 september
1. 5 minuten lezen 
2. Huiswerk bespreken 
3. Oefenen met woorden
4. Introductie bijzonderheden Grieks 

Lesdoel: je kunt Griekse woorden schrijven en lezen. 
Je maakt kennis met de bijzonderheden van het Grieks.

Slide 15 - Slide

Noteer alvast in je agenda
Donderdag 29 september SO alfabet en goden

Slide 16 - Slide

2. Huiswerk
oefeningen 4, 5 en 6 

Slide 17 - Slide

3. Griekse woorden
1. Schrijf je eigen naam in het Grieks 
2. Oefening 7 

Slide 18 - Slide

4. Bijzonderheden alfabet
a. accenten
b. klinkers en tweeklanken
c. spiritus
d. ng-klank
e. leestekens

Slide 19 - Slide

a. Accenten
Deze hoef je niet zelf op een woord te kunnen schrijven! 
Je moet ze wel kennen.
gravis `
acutus ´
circumflexus ῀
Ze staan niet op woorden in hoofdletters

Slide 20 - Slide

gravis: 

acutus: 

circumflexus:
μετὰ

Ζεύς 

Γαῖα

Slide 21 - Slide

Combineer het juiste accentteken met de juiste naam
circumflexus
acutus
gravis
´

Slide 22 - Drag question

b. klinkers
korte klinkers: ε ο 
lange klinkers: η ω
kort of lang (afhankelijk van het woord): α ι υ

Slide 23 - Slide

Tweeklanken met korte klinker
αι    ai
ει   ei
οι   oi
αυ   au
ευ   ui
ου   oe

Slide 24 - Slide

Tweeklanken met lange klinker
Let op: de iota gaat onder de lange klinker hangen: 
iota subscriptum
ᾳ   aai 
ῃ   èèi 
ῳ   ooi

Slide 25 - Slide

c.

Slide 26 - Slide

spiritus en accent kunnen naast elkaar staan!

Slide 27 - Slide

Oefenen
Opgave 1 en 2 (=HW woensdag 14 september)

Slide 28 - Slide