10 de octubre

¡Bienvenidos a la clase de español!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a la clase de español!

Slide 1 - Slide

Objetivos para hoy:
  • Werkwoorden op -ar
  • Ser en Tener
  • Datos personales
Unidad 1 Mi familia y yo
In dit hoofdstuk leer je hoe je:
  • kunt begroeten
  • jezelf aan iemand voorstelt
  • aan iemand kunt vragen hoe het met hem gaat
  • kunt vertellen over jouw familie
  • Werkwoorden Ser en Tener
  • Het zelfstandig naamwoord
Viernes 10 de noviembre

Slide 2 - Slide

Saludos

Slide 3 - Slide

Mira la foto. ¿Qué dices?
A
Buenos días
B
Buenas noches
C
Buenas tardes
D
Buenas días

Slide 4 - Quiz

Mira la foto. ¿Qué dices?
A
Buenos días
B
Buenas tardes
C
Buenas noches
D
Buenos nachos

Slide 5 - Quiz

¿Qué tal?
A
Mucho gusto
B
Estoy bien
C
Buenas tardes
D
Vale

Slide 6 - Quiz

¿Cómo te llamas?
A
Me llamo María
B
Me soy María
C
Llamo María
D
Yo llamo María

Slide 7 - Quiz

+ Hola, soy José, ¿y tú?
- Soy Claudia, mucho gusto.
+ ..., Claudia.
A
Encantada
B
Adiós
C
Encantado
D
¿Cómo te llamas?

Slide 8 - Quiz

¿Cómo se dice?

Hoe zeg je : ik ben Carmen
A
me llamo Carmen
B
Soy Carmen
C
Soy de Carmen
D
Me llamas Carmen

Slide 9 - Quiz

Zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Los artículos /Lidwoorden
  • De, het, een zijn Nederlandse lidwoorden 

  • In het Spaans zijn er mannelijke en vrouwelijke lidwoorden 

  • In het Spaans zijn er lidwoorden voor enkelvoud en voor meervoud

  • Een bepaald lidwoord is: de / het 

  • Een onbepaald lidwoord is: een / een paar 

  • De Spaanse bepaalde lidwoorden (de/het) zijn: el, la, los, las.

  • De Spaanse onbepaalde lidwoorden (een/eenpaar) zijn: un, una, unos, unas

Slide 17 - Slide

Mannelijke & vrouwelijke lidwoorden (Los artículos)


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Zet de volgende twee woorden in het meervoud:
- el mapa
- la capital

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link


Datos personales

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Ser en Tener

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

Vervoeging van de werkwoorden in AR
HABLAR
Stap 1: Hablar
Stap 2: Habl+
o
as
a
amos
áis
an

Slide 31 - Slide



yo hablo
hablas
él/ella/usted habla


nosotros hablamos
vosotros habláis
ellos/ellas/ustedes hablan

Slide 32 - Slide

Vervoeging van de werkwoorden eindigend op -AR
HABLAR
-Stap 1 je haalt de laatste 2 letters van het werkwoord weg: in dit geval AR
Dan houdt je de STAM van het werkwoord over: Habl-
-Stap 2 achter de stam plak je de juiste uitgang per persoon                            

Slide 33 - Slide

uitgangen -ar

Slide 34 - Mind map

Yo, buscar
A
busca
B
buscan
C
busca
D
busco

Slide 35 - Quiz

Nosotros, viajar
A
viajamos
B
viajáis
C
viajan
D
viajo

Slide 36 - Quiz

El, trabajar
A
trabajo
B
trabajas
C
trabajan
D
trabaja

Slide 37 - Quiz

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 38 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 39 - Open question