Puzzelen met een betoog (2)
Opdracht 2:
1. Verdeel de reepjes tekst in een: inleiding, kern en slot.
2. Waar staat het onderwerp en de mening van de schrijver? Onderstreep het onderwerp en omcirkel de mening.
3. Hoeveel argumenten noemt de schrijver? Nummer ze.
4. Onderstreep bij elk argument de onderbouwing die gebruikt is (welke voorbeeld of uitleg hoort bij het argument).
5. Check bij het slot of de mening en alle argumenten weer terugkomen.