GM2A NK Kapitel 6 D/ herhaling zwakke werkwoorden

Willkommen Mavo 2
Woche 5 - Stunde 1
Werkwoorden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Willkommen Mavo 2
Woche 5 - Stunde 1
Werkwoorden

Slide 1 - Slide

Check-in
  1. Ga op je plaats zitten.
  2. Leg je spullen op tafel.
  3. Pak je mobiel in het zakkie en doe het in je rugzak/tas.
  4. Wacht rustig tot de les begint.

Slide 2 - Slide

Heute
Am Ende dieser Stunde ...
  • ... kan ik de zwakke werkwoorden vervoegen.
  • ... kan ik deze werkwoorden gebruiken.

Slide 3 - Slide

Profielkeuzeformulier
Persoonlijke voornaamwoorden: Welke ken je (nog)?
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
U
  • ich
  • du
  • er
  • sie
  • es
  • wir
  • ihr
  • sie
  • Sie

Slide 4 - Slide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Hausaufgabenkontrolle: Aufgabe 7, Seite 15

Slide 5 - Slide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Wiederholung: Wortschatz
  1. die Gitarre
  2. das Schlagzeug
  3. ins Kino gehen
  4. Musik hören
  5. oder
  6. schwimmern
  7. Fußball spielen
  8. langweilig
  9. blöd
1. de gitaar
2. het drumstel
3. naar de bioscoop gaan
4. muziek luisteren
5. of
6. zwemmen
7. voetballen
8. saai
9. dom/ stom

Slide 6 - Slide

Werkwoorden vervoegen...
Werkwoorden vervoegen... hoe ging het ook alweer? 

Stap 1: stam bepalen -> hele werkwoord -en
Stap 2: juiste uitgang achter de stam plakken

        I     D     E     W     I     S
(fe)e    st    t     en    t     en

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Werkwoorden vervoegen...
Voorbeeld: machen
stam: mach
ich mache, du machst, er/sie/es macht, wir machen, ihr macht, sie/Sie machen

Slide 9 - Slide

Aufgabe 10, Seite 18
  1. schwimme
  2. Spielt
  3. macht
  4. tanzen
  5. gehen
  6. Hörst

Slide 10 - Slide

Grammatik, Seite 18

Slide 11 - Slide

Wat gebeurt er rechts met de werkwoorden reden en heiraten? Welk verschil zie je met de basisregel?

Slide 12 - Slide

Werkwoorden met de stam op -d, -t
Stam eindigt op -d, of -t alle uitgangen beginnen met een -e-!


Slide 13 - Slide

Aufgabe 11, Seite 19
  1. antwortet
  2. Arbeitet
  3. Findest
  4. warte
  5. kostet
  6. redest

Slide 14 - Slide

Aufgabe 12(a), Seite 19
  1. Bist du
  2. wir
  3. Ich ... packe
  4. Du ... redest
  5. ich ... höre
  6. Du hast
  7. vergeht
  8. erinnert

Slide 15 - Slide

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
machen
Es ... mir nichts aus.

Slide 16 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
reden
Du ... viel.

Slide 17 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
enden
Die Party ... um zwölf Uhr.

Slide 18 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
heiraten
Ihr ... im Februar.

Slide 19 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
reiten
Ilse ... jeden Tag eine Stunde.

Slide 20 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
arbeiten
Die Männer ... schon sehr lange in der Fabrik.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Link

Hausaufgaben
Machen:
/

Lernen:
- Lernliste N-D, Seite 26
- Grammatica, Seite 27

Slide 23 - Slide