What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Toets thema 7
Welk woord past het best bij het plaatje?
A
cleaning
B
sweater
C
cleaners
D
kart
1 / 27
next
Slide 1:
Quiz
Engels
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welk woord past het best bij het plaatje?
A
cleaning
B
sweater
C
cleaners
D
kart
Slide 1 - Quiz
Welk woord past het best bij het plaatje?
A
how
B
push
C
early
D
mops
Slide 2 - Quiz
Welk woord past het best bij het plaatje?
A
such
B
gloves
C
give
D
start
Slide 3 - Quiz
Welk woord past het best bij het plaatje?
A
how
B
kart
C
cart
D
morning
Slide 4 - Quiz
Sleep het juiste Engelse woord bij het Nederlandse woord
spots
wipe away
clearning cloths
as fast as
vacuum cleaner
carpet
towel
broom
classroom
early
plekken
wegvegen
zo snel als
stofzuiger
vloerbedekking
schoonmaakdoeken
bezem
vroeg
handdoek
lokaal
Slide 5 - Drag question
Hoe zeg je het?
Do you know...........we start cleaning?
hoe laat
A
where
B
what time
C
how
D
how and when
Slide 6 - Quiz
Hoe zeg je het?
You are going to..............
's morgens werken
A
work early
B
work a little later
C
clean in the morning
D
work in the morning
Slide 7 - Quiz
Hoe zeg je het?
We clean the tables with the
gele schoonmaakdoeken
A
yellow towels
B
yellow cleaning cart
C
yellow cleaning cloths
D
yellow gloves
Slide 8 - Quiz
Hoe zeg je het?
Today I am going to clean
de gang
A
the table
B
the corridor
C
the classroom
D
the cart
Slide 9 - Quiz
Hoe zeg je het?
Can I clean this with
een dweil?
A
a cleaning cloth?
B
a mop?
C
a broom?
D
a towel?
Slide 10 - Quiz
Hoe zeg je het?
I clean the toilet with a
wc-borstel
A
toothbrush
B
squeegee
C
sponge
D
toilet brush
Slide 11 - Quiz
Hoe zeg je deze zinnen in het Engels?
We gebruiken een emmer water en schoonmaakmiddel voor de vloer.
A
We use water and a cleaner for the floor.
B
We use a bucket of water and cleaner on the floor.
C
We use a bucket of water and cleaner for the floor.
D
We need a bucket of water and cleaner for the floor.
Slide 12 - Quiz
Hoe zeg je deze zinnen in het Engels?
Eerst maken we de vloerbedekking schoon met de stofzuiger.
A
First we clean the floor with a vacuum cleaner.
B
Then we clean the floor with a vacuum cleaner.
C
Then we clean the table with a vacuum cleaner.
D
First we clean the carpet with a vacuum cleaner.
Slide 13 - Quiz
Hoe zeg je deze zinnen in het Engels?
Weet je hoe laat we beginnen met schoonmaken?
A
Do you know where we start cleaning?
B
Do you know what time we start working?
C
Do you know when we start cleaning?
D
Do you know what time we start cleaning?
Slide 14 - Quiz
Hoe zeg je deze zinnen in het Engels?
Weet jij waar de dweilen zijn?
A
Do you know where the cloths are?
B
Do you know where the towels are?
C
Do you know where the mops are?
D
Do you know where the carts are?
Slide 15 - Quiz
Hoe zeg je deze zinnen in het Engels?
Dat is een schoonmaakmiddel. Niet opdrinken!
A
This is a cleaner. Don't drink it!
B
That is a cleaner. Don't touch it!
C
This is a cleaner. Don't eat it!
D
That is a cleaner. Don't drink it!
Slide 16 - Quiz
Hoe stel je vragen in het Engels?
Goedemorgen. Bent u mevrouw Smith?
Slide 17 - Open question
Hoe zeg je deze zinnen in het Engels?
Kan ik u een vraag stellen?
Slide 18 - Open question
Hoe zeg je deze zinnen in het Engels?
Weet u hoe laat wij beginnen?
Slide 19 - Open question
Hoe zeg je deze zinnen in het Engels?
Weet u waar mijn materiaalwagen is?
Slide 20 - Open question
Hoe zeg je deze zinnen in het Engels?
Kan ik met een spons schoonmaken?
Slide 21 - Open question
lees de tekst
Slide 22 - Slide
Vragen bij het verhaal.
Hoe laat begint Cindy met werken?
Slide 23 - Open question
Vragen bij het verhaal.
Wat maakt Cindy als eerste schoon?
Slide 24 - Open question
Vragen bij het verhaal.
Wat gebruikt Cindy om de tafels schoon
te vegen?
Slide 25 - Open question
Vragen bij het verhaal.
Waarom vindt Cindy het leuk om vroeg
te werken?
Slide 26 - Open question
Kijk naar het plaatje.
Wat denkt de man, volgens jou?
Schrijf minstens 2 zinnen in het Engels op.
Slide 27 - Open question
More lessons like this
Herhaling thema 7 Zinnen
May 2021
- Lesson with
21 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Thema 7 hoofdstuk 2 (deel 1)
January 2021
- Lesson with
25 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Thema 7 hoofdstuk 2
January 2021
- Lesson with
17 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Thema 7 hoofdstuk 1
May 2021
- Lesson with
35 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Engels op weg naar A1 thema 7 opdracht 11 uitspraak
September 2020
- Lesson with
30 slides
Engels
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Thema 7 hoofdstuk 3 (deel 1)
January 2021
- Lesson with
26 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leefruimten schoonmaken
September 2024
- Lesson with
37 slides
Zorg en Welzijn
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Klas 2 Werkplek Groen Les 2
January 2023
- Lesson with
34 slides
Zorg en Welzijn
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2