H-4 Par. 1 De start van een eigen bedrijf

V3I
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

V3I

Slide 1 - Slide

V3F

Slide 2 - Slide

V3F/V3I Welkom
- Je gaat zitten volgens de plattegrond
- Je komt op tijd in de les met de juiste spullen, dus zonder jas
- Telefoon → in je tas of op bureau vd docent (geen discussie!)
- Spullen in orde op tafel als de les begint
- Huiswerk in orde Niet gelukt? Nablijven; dezelfde dag
- Je hebt een actieve en positieve houding in de les
- GEEN DISCUSSIE - 1 waarschuwing - verwijderen



Slide 3 - Slide

Materiaal/Huiswerk
Heb je alle spullen bij je?
- Boek
- Chromebook/laptop
- Schrift/papier
- Rekenmachine
- Maak je huiswerk elke week! --> mail naar je ouders :-) 

Slide 4 - Slide

15 min stilte werktijd
Lezen H-4 paragraaf 1
Afmaken H-3
Leren begrippen van H-3 en H-4
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Leerdoelen
- Je kunt een investeringsbegroting lezen.
- Je kunt een resultatenbegroting lezen en opstellen.
- Je kunt een financieringsplan lezen en opstellen.

Slide 7 - Slide

Investeringsbegroting
Met een investeringsbegroting wordt er een inschatting gemaakt hoeveel geld er nodig is om een eigen bedrijf te kunnen starten.

- Inventaris --> Kassa, toonbank, tafels en stoelen, apparatuur.
- Voorraad goederen --> koffie, thee, limonade, water, vlees en sla.
- Banksaldo
- Kassaldo

Slide 8 - Slide

Vereniging en stichting
Vereniging
- Is een rechtspersoon.
- Met leden als doel.
- Contributie (financiën) en bestuur (wordt gekozen).
- Statuten hierin staan de belangrijkste regels van de organisatie.

Stichting
- Is een rechtspersoon.
- Heeft een doel maar geen leden.
- Schenkingen en subsidies (financiën) en bestuur.
- Statuten hierin staan de belangrijkste regels van de organisatie.

Slide 9 - Slide

Resultatenbegroting
Overzicht van de toekomstige kosten en opbrengsten van een eigen bedrijf voor het eerste jaar van de zaak. De bank kan op deze manier inschatten of de lening terug betaald kan worden.

- BTW (belasting toegevoegde waarde) 0% 9% 21%
- Inkoopwaarde van de omzet --> Het bedrag waarvoor de ondernemer de goederen zelf heeft         ingekocht
- Brutowinst --> Omzet – inkoopwaarde van de omzet 
- Nettowinst --> Brutowinst – bedrijfskosten
- Afschrijvingskosten --> De kosten van de waardevermindering van kapitaalgoederen (bijv.               inventaris en machines)

Slide 10 - Slide

De organisatie van een bedrijf
Organigram --> voor grote bedrijven en maakt duidelijk hoe grote bedrijven georganiseerd zijn.

Lijn-staforganisatie: 
Combinatie van een lijnorganisatie met een staf.

Slide 11 - Slide

Financieringsplan
Investeringsbegroting + Resultatenbegroting = Financieringsplan

Eigen vermogen --> Het geld wat zelf wordt geïnvesteerd in het bedrijf
       Toenemen: leningen afbetalen of de winst investeren in kapitaalgoederen

Vreemd vermogen --> Het geleende geld van bank en vrienden/familie

Totaal vermogen = eigen vermogen + vreemd vermogen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Oefenopgaven paragraaf 4.1
V3I: https://forms.gle/4FNBDqAj3mry65AL6


Link is te vinden in Google Classroom

Slide 15 - Slide

Actie! (stilte werktijd)
Paragraaf 4.1 blz. 117, 118, 119, 120 en 121.
Opdrachten: 1 t/m 13



Niet af? Wordt huiswerk.
Volgende week controleer ik je huiswerk!
timer
30:00

Slide 16 - Slide

PO Ondernemingsplan
- Groepjes maken min. 3 / max. 4
- Werken via Google Classroom
- Uitleg deel 1 'product keuze'

Slide 17 - Slide

Business plus

Lesbrief 1: Product keuze
Business model canvas

Opdracht 1: Kennismaking
Opdracht 2: Product keuze
Opdracht 3: Ondernemerschap

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Blooket spelen

Slide 20 - Slide