§5.3 - Planten voeden zich

5.3 Planten voeden zich
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

5.3 Planten voeden zich

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat een plant nodig heeft, om voedingsstoffen te kunnen maken. (bron 2)
  2. Je kun benoemen wat de wortels van een plant opnemen uit de grond. (bron 2)
  3. Je kunt uitleggen waar de huidmondjes zich bevinden en waar de plant ze voor gebruikt. (bron 2)
  4. Je kunt het begrip fotosynthese uitleggen aan de hand van de volgende begrippen: glucose, zuurstof, water, koolstofdioxide, licht. (bron 3, 4, 5)
  5. Je kunt vertellen waar in de plant, de fotosynthese plaatsvindt. (bron 4)
  6. Je kunt vertellen welke voedingsstoffen een plant uit glucose kan maken en waar de plant deze voedingsstoffen voor gebruikt. (bron 6, 7, 8)
  7. Je kunt vertellen waar planten hun reservevoedsel op kunnen slaan en waar ze dat reservevoedsel voor gebruiken. (bron 7, 8)

Slide 3 - Slide

Welke voedingsstoffen nemen planten op?
  • Water - de wortelharen aan de wortels zuigen water op uit de bodem

  • Mineralen - In het water zitten mineralen zoals stikstof en ijzer. Deze heeft de plant nodig om te kunnen groeien. Mineralen gaan van de wortels, via de vaatbundels, naar de bladeren.

  • Koolstofdioxide - Via huidmondjes in het blad, haalt de plant het gas koolstofdioxide uit de lucht.

Slide 4 - Slide

Welk plantenonderdeel neemt koolstofdioxide op uit de lucht?
A
Stengel
B
Wortel
C
Bloem
D
Huidmondjes

Slide 5 - Quiz

Fotosynthese
Planten kunnen hun eigen voedingsstoffen maken. Dat kunnen dieren niet.
Planten hebben daar koolstofdioxide, water en mineralen voor nodig.

De plant maakt daar dan glucose  en zuurstof van.
Dit gebeurt in de bladgroenkorrels, in de cellen van bladeren en stengels van de plant.
Hier heeft de plant licht voor nodig.

Dit noem je fotosynthese.

Bron 3

Slide 6 - Slide

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 7 - Quiz

Fotosynthese
(maken van glucose)
De plant heeft nodig:
- koolstofdioxiode
- water
- zonlicht


Er onstaat vervolgens:
- glucose
- zuurstof
Bron 5

Slide 8 - Slide

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 9 - Drag question

Glucose en zuurstof
De plant gebruikt glucose als energiebron.
Met de glucose die de plant niet gelijk gebruikt voor energie, maakt de plant verschillende voedingsstoffen, zoals:
- zetmeel (reservevoedsel)
- Vetten (reservevoedsel)
- Eiwitten (Voor de groei van de plant)

Het zuurstof wordt niet door de plant gebruikt.
Het zuurstof verlaat het blad weer via de huidmondjes, en komt zo weer in de lucht terecht.



Bron 6

Slide 10 - Slide

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.
D
Door fotosynthese wordt CO2 gemaakt

Slide 11 - Quiz

Voedingsstoffen
Als wij planten eten (groente en fruit) krijgen wij dus de voedingsstoffen binnen die de plant gemaakt heeft.
Bedankt plant!

Slide 12 - Slide

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 13 - Drag question

In een wortel kan fotosynthese plaatsvinden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

's nachts doen planten aan fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Bewaren van reservestoffen
De plant kan zijn reservevoedsel op verschillende manieren opslaan:
Knol - Verdikte wortel of stengel onder de grond (bijvoorbeeld een aardappel)
Bol - Verdikte bladeren onder de grond (bijvoorbeeld een ui)
Zaden -  In de zaadlobben zit reservevoedsel, voor de nieuwe plant (bijvoorbeeld pinda's)

Knollen en bollen
zijn speciale organen
van de plant, om
voedsel in op te slaan.

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Maak de digitale opdrachten bij paragraaf 5.3

Slide 17 - Slide