§5.3 - Planten voeden zich

Deze les
Voor we gaan beginnen: Pak je huiswerk erbij!

  • Oefenen 5.1 en 5.1
  • Nakijken opdrachten 5.2
  • Uitleg H5.3 deel 1
  • Werken aan opdrachten
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deze les
Voor we gaan beginnen: Pak je huiswerk erbij!

  • Oefenen 5.1 en 5.1
  • Nakijken opdrachten 5.2
  • Uitleg H5.3 deel 1
  • Werken aan opdrachten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Planten maken hun eigen voedingsstoffen.
In welke organen doen ze dit vooral?

A
in de bladeren
B
in de bloemen
C
in de stengels
D
in de wortels

Slide 3 - Quiz

De cellen van planten bestaan uit verschillende delen.
Welke kenmerken hebben deze onderdelen van plantencellen?
Zoek bij elkaar
bladgroenkorrel
celwand
cytoplasma
Deze stevige laag bestaat uit voedingsvezels.
Dit groene bolletje maakt voedsel voor de plant.
Dit is een stroperige vloeistof.

Slide 4 - Drag question

Celmembraan plant
Cytoplasma plant
Celkern plant
Vacuole
Bladgroenkorrel
Celwand
Celmembraan dier
Cytoplasma dier
Celkern dier

Slide 5 - Drag question

Waardoor blijft een kruidachtige plant stevig rechtop staan?
A
Door houtstof in de celwanden
B
Door stevige celwanden
C
Door water in de vacuoles
D
Door houtcellen

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je een groep cellen van een plant met dezelfde vorm en taak?
A
cytoplasma
B
orgaan
C
weefsel
D
cel

Slide 7 - Quiz

Erik en Adrie praten over de functies van de wortels van planten.
Erik zegt: “Dankzij de wortels staat de plant stevig in de bodem”.
Adrie zegt: “De wortels nemen water met opgeloste stoffen op”.
Wie heeft er gelijk?

A
alleen Adrie
B
alleen Erik
C
Erik en Adrie
D
geen van beiden

Slide 8 - Quiz

Eindknop
Bladschijf
Bladsteel
Hoofdnerf
Zijnerf
Bladmoes
Okselknop

Slide 9 - Drag question

Tijdens de ontkieming neemt de plant water op
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Bij ontkieming komt als eerste naar buiten.....
A
de stengel
B
de wortel
C
de blaadjes
D
de bloem

Slide 11 - Quiz

5.3 Planten voeden zich

Slide 12 - Slide

H5.2 - Opdracht 

Slide 13 - Slide

Eindknop
Ringlitteken
Zijknop

Slide 14 - Drag question

Toepassen

Slide 15 - Slide

Hoe noem je het bruine velletje dat om het zaadje van de linde zit?

Slide 16 - Open question

Toepassen

Slide 17 - Slide

Hoeveel jaarringen zou de boom hebben als de stam niet hol was? Leg uit hoe je aan je antwoord komt.

Slide 18 - Open question

Uit het wortelstelsel van de linde groeide na de storm in 1901 een nieuwe stam.
Is dit lengtegroei of ontwikkeling? Leg uit.

Slide 19 - Open question

Toepassen

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat een plant nodig heeft, om voedingsstoffen te kunnen maken. (bron 2)
  2. Je kun benoemen wat de wortels van een plant opnemen uit de grond. (bron 2)
  3. Je kunt uitleggen waar de huidmondjes zich bevinden en waar de plant ze voor gebruikt. (bron 2)
  4. Je kunt het begrip fotosynthese uitleggen aan de hand van de volgende begrippen: glucose, zuurstof, water, koolstofdioxide, licht. (bron 3, 4, 5)
  5. Je kunt vertellen waar in de plant, de fotosynthese plaatsvindt. (bron 4)
  6. Je kunt vertellen welke voedingsstoffen een plant uit glucose kan maken en waar de plant deze voedingsstoffen voor gebruikt. (bron 6, 7, 8)
  7. Je kunt vertellen waar planten hun reservevoedsel op kunnen slaan en waar ze dat reservevoedsel voor gebruiken. (bron 7, 8)

Slide 21 - Slide

Welke voedingsstoffen nemen planten op?
  • Water - de wortelharen aan de wortels zuigen water op uit de bodem

  • Mineralen - In het water zitten mineralen zoals stikstof en ijzer. Deze heeft de plant nodig om te kunnen groeien. Mineralen gaan van de wortels, via de vaatbundels, naar de bladeren.

  • Koolstofdioxide - Via huidmondjes in het blad, haalt de plant het gas koolstofdioxide uit de lucht.

Slide 22 - Slide

Welke voedingsstoffen nemen planten op?
  • Water - de wortelharen aan de wortels zuigen water op uit de bodem

  • Mineralen - In het water zitten mineralen zoals stikstof en ijzer. Deze heeft de plant nodig om te kunnen groeien. Mineralen gaan van de wortels, via de vaatbundels, naar de bladeren.

  • Koolstofdioxide - Via huidmondjes in het blad, haalt de plant het gas koolstofdioxide uit de lucht.

Slide 23 - Slide

Fotosynthese
Planten kunnen hun eigen voedingsstoffen maken. Dat kunnen dieren niet.
Planten hebben daar koolstofdioxide, water en mineralen voor nodig.

De plant maakt daar dan glucose  en zuurstof van.
Dit gebeurt in de bladgroenkorrels, in de cellen van bladeren en stengels van de plant.
Hier heeft de plant licht voor nodig.

Dit noem je fotosynthese.

Bron 3

Slide 24 - Slide

Fotosynthese
(maken van glucose)
De plant heeft nodig:
- koolstofdioxiode
- water
- zonlicht


Er onstaat vervolgens:
- glucose
- zuurstof
Bron 5

Slide 25 - Slide

Welk plantenonderdeel neemt koolstofdioxide op uit de lucht?
A
Stengel
B
Wortel
C
Bloem
D
Huidmondjes

Slide 26 - Quiz

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 27 - Quiz

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 28 - Drag question

Werken aan opdrachten
Opdracht:
H5.3 - leren + Opdrachten maken
Lees: T/m Welke andere stoffen maakt een plant?"
Maak: Online opdrachten t/m 12 (degene die te maken zijn!)
Hulp/Controle?  Bij vragen of voor controle: Kom naar voren!
Werken:
  • Zelfstandig of met je buurman/buurvrouw (Overleg mag in fluistertoon)
Klaar met het huiswerk? 
Maak de toepassen en de bijbehorende opdrachten.
Ben je helemaal klaar? Laat je werk controleren om iets voor jezelf te mogen doen!

timer
15:00

Slide 29 - Slide

Fotosynthese
(maken van glucose)
De plant heeft nodig:
- koolstofdioxiode
- water
- zonlicht


Er onstaat vervolgens:
- glucose
- zuurstof
Bron 5

Slide 30 - Slide

Glucose en zuurstof
De plant gebruikt glucose als energiebron.
Met de glucose die de plant niet gelijk gebruikt voor energie, maakt de plant verschillende voedingsstoffen, zoals:
- zetmeel (reservevoedsel)
- Vetten (reservevoedsel)
- Eiwitten (Voor de groei van de plant)

Het zuurstof wordt niet door de plant gebruikt.
Het zuurstof verlaat het blad weer via de huidmondjes, en komt zo weer in de lucht terecht.



Bron 6

Slide 31 - Slide

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.
D
Door fotosynthese wordt CO2 gemaakt

Slide 32 - Quiz

Voedingsstoffen
Als wij planten eten (groente en fruit) krijgen wij dus de voedingsstoffen binnen die de plant gemaakt heeft.
Bedankt plant!

Slide 33 - Slide

Glucose en zuurstof
De plant gebruikt glucose als energiebron.
Met de glucose die de plant niet gelijk gebruikt voor energie, maakt de plant verschillende voedingsstoffen, zoals:
- zetmeel (reservevoedsel)
- Vetten (reservevoedsel)
- Eiwitten (Voor de groei van de plant)

Het zuurstof wordt niet door de plant gebruikt.
Het zuurstof verlaat het blad weer via de huidmondjes, en komt zo weer in de lucht terecht.



Bron 6

Slide 34 - Slide

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.
D
Door fotosynthese wordt CO2 gemaakt

Slide 35 - Quiz

Voedingsstoffen
Als wij planten eten (groente en fruit) krijgen wij dus de voedingsstoffen binnen die de plant gemaakt heeft.
Bedankt plant!

Slide 36 - Slide

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 37 - Drag question

In een wortel kan fotosynthese plaatsvinden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

's nachts doen planten aan fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Fotosynthese
(maken van glucose)
De plant heeft nodig:
- koolstofdioxiode
- water
- zonlicht


Er onstaat vervolgens:
- glucose
- zuurstof
Bron 5

Slide 40 - Slide

Bewaren van reservestoffen
De plant kan zijn reservevoedsel op verschillende manieren opslaan:
Knol - Verdikte wortel of stengel onder de grond (bijvoorbeeld een aardappel)
Bol - Verdikte bladeren onder de grond (bijvoorbeeld een ui)
Zaden -  In de zaadlobben zit reservevoedsel, voor de nieuwe plant (bijvoorbeeld pinda's)

Knollen en bollen
zijn speciale organen
van de plant, om
voedsel in op te slaan.

Slide 41 - Slide

Werken aan opdrachten
Opdracht:
H5.3 - leren + Opdrachten maken
Lees: "Heel paragraaf 3!"
Maak: 1, 2 + 3, 4b +  6, 7, 8  +  9, 10, 11, 12 en 13
Hulp/Controle?  Bij vragen of voor controle: Kom naar voren!
Werken:
  • Zelfstandig of met je buurman/buurvrouw (Overleg mag in fluistertoon)
Klaar met het huiswerk? 
Maak de toepassen en de bijbehorende opdrachten.
Ben je helemaal klaar? Laat je werk controleren om iets voor jezelf te mogen doen!

timer
15:00

Slide 42 - Slide

Huiswerk
Maak de digitale opdrachten bij paragraaf 5.3

Slide 43 - Slide