What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Politieke stromingen les 3
Burgerschap
Dimensie Politiek
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Burgerschap
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
31 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Burgerschap
Dimensie Politiek
Slide 1 - Slide
Vorige les
Rechtsbijstand
Juridisch loket
Mediation
Slide 2 - Slide
Deze les
Huiswerk bespreken: 4.09 t/m 4.14
H4.10 De provincie
Slide 3 - Slide
Aan het eind van deze les kun je...
Kerntaken van de provincies benoemen.
Vertellen wie de volgende rollen heeft in de provincie:
Het hoofd,
Het dagelijks bestuur
De volksvertegenwoordiging
Slide 4 - Slide
Opdracht 4.09
a. Geef een voorbeeld van een klacht.
b. Wanneer kun je bij de nationale ombudsman terecht?
c. Over wie kun je een klacht indienen bij de Nationale ombudsman?
d. Wie kunnen er allemaal gebruik maken van de Nationale ombudsman?
Slide 5 - Slide
Opdracht 4.09
a. Geef een voorbeeld van een klacht.
Bijv.: Een politieagent die niet optrad tegen een fietsendief.
b. Wanneer kun je bij de nationale ombudsman terecht?
Bijv.: als je geen antwoord krijgt op een brief of onbehoorlijk behandeld bent.
Slide 6 - Slide
Opdracht 4.09
c. Over wie kun je een klacht indienen bij de Nationale ombudsman?
Over de overheid; de politie, het UWV, de belastingdienst, de gemeente of de ministeries.
d. Wie kunnen er allemaal gebruik maken van de Nationale ombudsman?
Iedere burger
Slide 7 - Slide
Opdracht 4.10
a. Welk land heeft nu nog een dictatuur?
b. Zoek eens uit hoe dat zo gekomen is.
Slide 8 - Slide
Opdracht 4.10
a. Welk land heeft nu nog een dictatuur?
Bijv.: Cuba, Syrië, Noord-Korea
b. Zoek eens uit hoe dat zo gekomen is.
Eigen inbreng
Slide 9 - Slide
Opdracht 4.11
a. Welk Frans woord zit in liberalisme?
b. Wat betekent dit woord?
c. Hoe denken de liberalen over de rol van de overheid?
d. Hoe denken de liberalen over de handel?
e. Hoe is het socialisme ontstaan?
f. Voor welke rechten streden de arbeiders?
Slide 10 - Slide
Opdracht 4.11
g. Waaruit halen confessionele partijen hun politieke ideeën?
h. Geef een aantal van deze ideeën.
i. Waarom hadden Christelijke partijen vroeger veel macht?
j. Waarom moeten Katholieke en Protestanten tegenwoordig samenwerken?
Slide 11 - Slide
Opdracht 4.11
a. Welk Frans woord zit in liberalisme?
Liberte.
b. Wat betekent dit woord?
Vrijheid
c. Hoe denken de liberalen over de rol van de overheid?
Een kleine rol; zij willen maar weinig bemoeienissen van de overheid.
Slide 12 - Slide
Opdracht 4.11
d. Hoe denken de liberalen over de handel?
Er moet vrije handel zijn zodat degene die hard willen werken ook veel winst kunnen maken.
e. Hoe is het socialisme ontstaan?
Als partij van de arbeiders.
Slide 13 - Slide
Opdracht 4.11
f. Voor welke rechten streden de arbeiders?
Gelijkheid tussen de mensen. Vroeger gold dat tussen de adel en de arbeiders.
g. Waaruit halen confessionele partijen hun politieke ideeën?
Uit hun Godsdienst
h. Geef een aantal van deze ideeën.
Eigen inbreng
Slide 14 - Slide
Opdracht 4.11
i. Waarom hadden Christelijke partijen vroeger veel macht?
Omdat de kerk heel veel macht had.
j. Waarom moeten Katholieke en Protestanten tegenwoordig samenwerken?
Omdat steeds meer mensen zich van het geloof afkeren
Slide 15 - Slide
Opdracht 4.12
Geef je mening over het politieke thema 'kinderpardon'. Met welke partij ben je het eens en waarom?
Eigen inbreng.
Slide 16 - Slide
Opdracht 4.13
a. Lever (zover mogelijk) een bewijs van deelname aan een verkiezing.
b. Welke politieke partij heeft jouw voorkeur?
c. Waar komt deze voorkeur vandaan?
d. Zou je daar ook op gaan stemmen? Waarom?
e. Zijn er factoren geweest die jou hebben beïnvloed, buiten het verkiezingsprogramma?
Slide 17 - Slide
Opdracht 4.14
a. Vind je dat alleen meerderjarige burgers mogen stemmen, of zou dit ook op jongere leeftijd moeten kunnen? Motiveer.
b. Waarom moeten in een democratisch land verkiezingen geheim zijn?
c. Heeft een meerderjarige Nederlander die in het buitenland woont actief kiesrecht? Motiveer.
Slide 18 - Slide
Opdracht 4.14
d. Heeft een meerderjarige gedetineerde passief kiesrecht? Motiveer.
e. Heeft een meerderjarige Fransman die al zijn hele leven in Nederland woont actief kiesrecht? Leg uit.
f. Heeft een meerderjarige gokverslaafde die onder curatele staat vanwege zijn schulden passief kiesrecht? Leg uit.
Slide 19 - Slide
Opdracht 4.14
a. Vind je dat alleen meerderjarige burgers mogen stemmen, of zou dit ook op jongere leeftijd moeten kunnen? Motiveer.
Eigen inbreng.
b. Waarom moeten in een democratisch land verkiezingen geheim zijn?
Als jouw keuze niet geheim zou zijn, zou je er op afgerekend kunnen worden.
Slide 20 - Slide
Opdracht 4.14
c. Heeft een meerderjarige Nederlander die in het buitenland woont actief kiesrecht? Motiveer.
Ja, het is nog steeds een Nederlander, ook al woont hij in het buitenland.
Slide 21 - Slide
Opdracht 4.14
d. Heeft een meerderjarige gedetineerde passief kiesrecht? Motiveer.
Ja, want de criteria zijn: 18+ zijn; de Nederlandse nationaliteit hebben en niet onder curatele staan wegens een geestelijke stoornis.
Slide 22 - Slide
Opdracht 4.14
e. Heeft een meerderjarige Fransman die al zijn hele leven in Nederland woont actief kiesrecht? Leg uit.
Nee, want hij heeft niet de Nederlandse nationaliteit.
f. Heeft een meerderjarige gokverslaafde die onder curatele staat vanwege zijn schulden passief kiesrecht? Leg uit.
Ja, hij staat niet onder curatele wegens een geestelijke stoornis.
Slide 23 - Slide
H4.6 Politieke stromingen
Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
Slide 24 - Slide
Vragen?
Slide 25 - Slide
H4.10 Ik en de provincie
Provinciale Staten
Gedeputeerde Staten
Commissaris van de Koning
Slide 26 - Slide
Opdracht 4.17
a. Benoem 5 van de 7 kerntaken.
b. Noem het hoofd, het dagelijks bestuur en de volksvertegenwoordiger van de provincie.
Slide 27 - Slide
Opdracht 4.17
a. Benoem 5 van de 7 kerntaken.
1. Ruimtelijk gebied + water; 2. Gezond milieu; 3. Vitaal platteland + gezond evenwicht; 4. Goed regionaal vervoer; 5. Regionale economie; 6. Kunst & Cultuur: 7. Goed bestuur.
Slide 28 - Slide
Opdracht 4.17
b. Noem het hoofd, het dagelijks bestuur en de volksvertegenwoordiger van de provincie.
Volksvertegenwoordiging =Provinciale Staten. Dagelijks bestuur = Gedeputeerde Staten.
Hoofd = Commissaris van de Koning.
Slide 29 - Slide
Lesdoelen! Kun jij...
Kerntaken van de provincies benoemen?
Vertellen wie de volgende rollen heeft in de provincie:
Het hoofd?
Het dagelijks bestuur?
De volksvertegenwoordiging?
Slide 30 - Slide
Huiswerk volgende les
Eerder huiswerk!!
Lezen: blz. 211 t/m 219
Opdracht: 4.15 t/m 4.22
Slide 31 - Slide
More lessons like this
Hoofdstuk 4: Communiceren - deel 1
January 2023
- Lesson with
21 slides
Vaktheorie
MBO
Studiejaar 1
Mens en Omgeving H4
February 2024
- Lesson with
22 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Vaktheorie DZ H4
March 2022
- Lesson with
18 slides
vaktheorie
MBO
Studiejaar 1
Balie, representatie en communicatie les 2
November 2023
- Lesson with
17 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
5 vwo Crisis H4 Huiswerk
April 2021
- Lesson with
14 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
4. Voedingsgewoonten
April 2023
- Lesson with
23 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Huiswerk H3 + H4
November 2021
- Lesson with
10 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
VTH H4: Communiceren - deel 1
January 2023
- Lesson with
22 slides
Vaktheorie
MBO
Studiejaar 1