Puberteit

Zet in de juiste volgorde vanaf 0
A) Puber B) Peuter C) Oudere
D) Kind E) Baby F) Kleuter
A
B - D - E - A - F - C
B
E - B - F - D - A - C
C
B - E - D - A - F - C
D
E - B - D - A - F - C
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zet in de juiste volgorde vanaf 0
A) Puber B) Peuter C) Oudere
D) Kind E) Baby F) Kleuter
A
B - D - E - A - F - C
B
E - B - F - D - A - C
C
B - E - D - A - F - C
D
E - B - D - A - F - C

Slide 1 - Quiz

Sleep naar de juiste ontwikkeling. (3 punten)
Geestelijke ontwikkeling
Lichamelijke ontwikkeling
Je armen worden langer
Je kunt voor jezelf zorgen
Je kunt dingen vastpakken
Je leert praten
Je krijgt seksuele gevoelens
Je spieren worden sterker

Slide 2 - Drag question

Sleep de omschrijving naar het juiste woord. (2 punten)
Hormonen
Hormoonklieren
Hypofyse
Bloed
Vervoert hormonen
Organen die hormonen maken
Stoffen die berichten doorgeven aan organen
Een belangrijke hormoonklier

Slide 3 - Drag question

Zet de zinnen in de juiste volgorde. (2 punten)
1
2
3
4
Het groeihormoon komt in het bloed.
Het groeihormoon komt in het bot.
De hypofyse maakt het groeihormoon.
De cellen in je botten reageren op het groeihormoon en gaan delen.

Slide 4 - Drag question

Zet de zinnen in de juiste volgorde. (2 punten)
1
2
3
4
5
Het hormoon komt langs alle organen
Het hormoon komt in het bloed.
De hypofyse maakt een hormoon.
Cellen van het doelwitorgaan reageren op het hormoon.
De botcellen 'snappen' de boodschap van het groeihormoon, doordat het past in de receptoren op het celmembraan.

Slide 5 - Drag question

Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Geen van beide

Slide 6 - Quiz

De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
alleen de man heeft schaamlippen

Slide 7 - Quiz

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken van de man?
A
balzak en penis
B
borsthaar en penis
C
balzak en borsthaar
D
borsthaar en lagere stem

Slide 8 - Quiz

Wie doen gemiddeld langer over de puberteit?
A
jongens
B
meisjes

Slide 9 - Quiz

Wie zijn gemiddeld eerder in de puberteit?
A
jongens
B
meisjes

Slide 10 - Quiz

De baart in de keel betekent:
A
dat je baardgroei krijgt
B
dat je een lagere stem krijgt

Slide 11 - Quiz

Alcohol is gevaarlijker voor pubers dan voor volwassenen omdat hun hersenen nog in ontwikkeling zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Pubers vertonen vaak impulsief gedrag. Dit komt door:
A
hun gedachten
B
hun hersenen die nog in ontwikkeling zijn
C
ouders van wie ze veel dingen niet mogen

Slide 13 - Quiz