HA - week 50 - les 3 - Lezen H2 HA1C - plattegrond

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

- Stillezen
- Lezen H2 
- Aan de slag
- werkwoorden afronden
Planning deze les:

Slide 3 - Slide

- Je schrijft de persoonsvorm van regelmatige werkwoorden goed in zowel de t.t als de v.t. 
- Je kunt in een tekst zowel het onderwerp als het deelonderwerp aangeven.


Doel van de les

Slide 4 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Een (goede) tekst bestaat uit drie onderdelen:

1. de inleiding
2. het middenstuk (de kern)
3. het slot 
De opbouw van een (goede) tekst:

Slide 6 - Slide

1. de inleiding
Sowieso de eerste alinea, maar soms is hij langer
hier wordt genoemd waar de tekst over gaat, waarom de tekst geschreven is of er wordt een vraag gesteld. 

2. het middenstuk (de kern)
3. het slot 
De opbouw van een (goede) tekst:

Slide 7 - Slide

1. de inleiding
2. het middenstuk (de kern)
Hierin staat de belangrijkste informatie.  Deze is verdeeld over deelonderwerpen. Vaak is er per deelonderwerp en alinea, soms met een tussenkopje. 

3. het slot 
De opbouw van een (goede) tekst:

Slide 8 - Slide

1. de inleiding
2. het middenstuk (de kern)
3. het slot 
In het slot wordt de tekst afgesloten. Er wordt vaak een conclusie gegeven. De belangrijkste dingen worden vaak herhaald of er wordt antwoord gegeven op de vraag uit de inleiding. 
De opbouw van een (goede) tekst:

Slide 9 - Slide

In een tekst worden verschillende kanten van een onderwerp besproken. Dit noem je de deel onderwerpen. 
Dus eigenlijk een apart deel binnen het onderwerp:

Excursie londen:
- Reis                      - Bezienswaardigheden   - Eten
- Overnachten     - Musical                               - Groep
Deelonderwerpen

Slide 10 - Slide

Om de deelonderwerpen te vinden moet je GLOBAAL lezen:
- je leest de eerste en de laatste zin van de alinea.  
  (hier staat vaak de belangrijkste informatie)

Als je iets snel wilt vinden, kun je ook ZOEKEND lezen 
- je gaat dan bewust op zoek naar de info die je zoekt. 
Deelonderwerpen vinden:

Slide 11 - Slide

Wat
1. Maak jouw opdrachten LEZEN H2
2. Heb je spelling nog niet af? → maak het af. 


Wanneer:
Deze week lezen H2 afronden. 




Aan de slag:

Slide 12 - Slide

Als een woord de persoonsvorm is, dan start je altijd met de stam (ik-vorm)

verleden tijd:
Ik stam + de/te                                ik speelde
hij stam+de/te                                 hij speelde
wij stam+den/ten                           wij speelden

Zwakke/regelmatige werkwoorden

Slide 13 - Slide

Wanneer is het stam+de(n) en wanneer stam+te(n)?

Kijk hiervoor naar de laatste letter van de stam (in het hele werkwoord)
- Zit deze letter in 't exkofschip -> dan +te(n)
- zit deze letter niet in 't exkofschip -> dan +de(n)
Werkwoorden

Slide 14 - Slide

De ontzettende saaie uitstapjes op de basisschool in Rotterdam .... (kosten) vroeger maar weinig geld.
A
PVTT
B
PVVT

Slide 15 - Quiz

De ontzettende saaie uitstapjes op de basisschool in Rotterdam .....(kosten) vroeger maar weinig geld.
A
koste
B
kosten
C
kostte
D
kostten

Slide 16 - Quiz

(worden) je moeder volgend jaar 50?

Slide 17 - Open question

Welk woord is hier de persoonsvorm?
De hond wordt door de buurman uitgelaten.

Slide 18 - Open question

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Slide 19 - Open question

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Slide 20 - Open question

Beantwoord... jij deze vraag ook nog even?

Slide 21 - Open question

Noteer de PV:
Bij het uitdelen van de boeken struikelde de docent.

Slide 22 - Open question

We krijgen vandaag extra uitleg, omdat de toets volgende week is.

Slide 23 - Open question

- Herhalen voor de toets





Volgende les

Slide 24 - Slide