Het is zaak dat je daarbij steeds een juiste balans weet te vinden tussen ‘zorgen voor’ en ‘zorgen dat’. De begeleiding die je biedt, moet passen bij de wensen, mogelijkheden en voorkeuren van de cliënt. Als begeleider ben je niet sturend, maar volgend en ondersteunend bij het in kaart te brengen van de behoeften van de cliënt: je biedt niet meer, maar ook niet minder zorg dan nodig is.