herhaling vabb, samentrekking en incongruentie

lesdoel:
Je herhaalt de verkeerd aansluitende beknopte bijzin, (foutieve) samentrekking en (in)congruentie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

lesdoel:
Je herhaalt de verkeerd aansluitende beknopte bijzin, (foutieve) samentrekking en (in)congruentie

Slide 1 - Slide

beknopte bijzin
GEEN:
voegwoord, ond en pv  
WEL: 
een onvoltooid deelwoord óf een voltooid deelwoord óf een combi van vd+te+inf 


 

Slide 2 - Slide

Verkeerd aansluitende beknopte bijzin
Hier is het denkbeeldige onderwerp niet hetzelfde als het onderwerp van de hoofdzin.
VB:  Na koffie gedronken te hebben (bekn.BZ), reed de bus verder.
Als de bekn.BZ verkeerd aansluit, moet je hem ómschrijven naar een gewone BZ: 
Nadat we koffie gedronken hadden (BZ), reed de bus verder.


Slide 3 - Slide

Van vabb naar correcte bijzin
1. Maak van de beknopte bijzin een gewone bijzin. Voeg toe: voegwoord, persoonsvorm (in de juiste tijd) en onderwerp.

2. Kies een onderwerp dat je afleidt van de hoofdzin.

Slide 4 - Slide

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

Zonder te hoeven betalen voor de koffie, liet de eigenaar van het cafeetje de toeristen weggaan.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Liggend op zijn badmat las Achmed zijn dagblad.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Congruent of niet?

Slide 8 - Slide

De samenwerkingen tussen agenten, brandweerlieden en verpleegkundigen bleken voor verbetering vatbaar.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

De prijs werd toegekend aan stichting De Toekomst, die mensen die langdurig gevangen zitten willen elpen.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

De stadia van karamel is/zijn te bepalen.
A
is
B
zijn

Slide 11 - Quiz

De media berichtte over de protesten in Den Haag.
A
GOED
B
FOUT

Slide 12 - Quiz

foutieve samentrekking of niet?

Slide 13 - Slide

Voor deelname worden/wordt de bezoekers een bijdrage gevraagd.
A
wordt
B
worden

Slide 14 - Quiz

Er wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz


Zijn broek kost 80 euro en vind ik niet mooi.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quiz

Werk nu verder aan de herhaling van formuleren

Slide 17 - Slide