Hoe herken je een beknopte bijzin?
In plaats van de persoonsvorm bevat de beknopte bijzin een voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of ‘te + infinitief’:
voltooid deelwoord:
– [bekn.bz Op het station aangekomen], kocht Ole eerst een lekker warm saucijzenbroodje.
– (Toen hij op het station aangekomen was, ...)
onvoltooid deelwoord:
– [bekn.bz Rillend van de kou] kwam Yrsa aangefietst bij het voetbalveld.
– (Terwijl ze rilde van de kou, ...)
te + infinitief:
– Amanda deed direct aangifte bij de politie [bekn.bz na de fraude te hebben ontdekt].
– (..., nadat ze de fraude had ontdekt.)