Hoe leer je biologie?

Leren leren bij biologie
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leren leren bij biologie

Slide 1 - Slide

actief leren
lezen is niet actief leren!
Wat is wel actief leren?
  1. samenvatten 
  2. ezelsbruggetjes verzinnen
  3. opdrachten maken
  4. vragen stellen
  5. uitleggen
  6. testen

Slide 2 - Slide

Je onthoudt...
10% van wat je leest 
20% van wat je hoort 
30% van wat je ziet 

50% van wat je hoort én ziet 
70% van wat je met anderen bespreekt
 80% van wat je evalueert en nabespreekt

 90% van wat je uitlegt aan anderen

Slide 3 - Slide

Hoeveel kan jouw brein aan?
  • Je hersenen kunnen maar 1 ding tegelijkertijd.
  • Door afleiding minder goede concentratie.
  • Waar was ik gebleven? Wat was ik aan het doen? 
  • Langer bezig met school.
  • Dus..... 
  • Leg de mobiel weg.
  • Rustige studeerplek.

Slide 4 - Slide

Tips leren
  • Leerwerk opdelen  (blokken  15-20 min) - verspreiden over meerdere dagen
  • Markeer wat belangrijks is in schrift of boek
  • Maak een samenvatting/woordweb)
  • Overhoren 
  • Herhaal je leerwerk op verschillende dagen

Slide 5 - Slide

HERHALING!

Slide 6 - Slide

Teksten leren
Voor toetsen moet je de juiste informatie uit de teksten halen en de juiste begrippen aan elkaar koppelen. Begrijpend lezen en het leggen van verbanden zijn daardoor heel erg belangrijk.

Slide 7 - Slide

Dikgedrukte woorden
 4 vragen beantwoorden:
- Wat is het?
- Wat doet het? (wat veroorzaakt het/welke gevolgen heeft het)
- Hoe werkt het? (wat gebeurt er precies/het functioneren)
- Met welke onderdelen of functies werkt het samen (of heeft het te maken) en hoe?

Slide 8 - Slide

Verbanden leggen
Hierdoor koppel je de dik gedrukte woorden aan elkaar en leer je verbanden te leggen in plaats van de dik gedrukte woorden reproduceren.

Daarnaast kun je oefenen met vragen die met het onderwerp te maken hebben.

Slide 9 - Slide

Hoe leer je plaatjes
Lees eerst een paar keer uit het boek
Soms moet je plaatjes 'bij elkaar op tellen'
Zoek dan plaatjes op internet op, schrijf alle onderdelen erbij
Pas op dat je geen kleuren en/of volgorde leert
Laat je overhoren
Probeer het voor te stellen
 Vaak zijn er (digitale) oefeningen bij
Oefen oefen oefen

Slide 10 - Slide

Wanneer heb ik een leerdoel behaald? 
Als je het een ander kunt uitleggen
en je er verschillende vragen over kunt beantwoorden 

1. leg de ander uit (zonder uhhhh's)
2. laat je overhoren
3. maak oefeningen / testjezelf 

Slide 11 - Slide

Wat als je het leerdoel niet hebt behaald? 
1. Bij de doelstellingen staan ook uitlegflimpjes + extra oefeningen 
2. Probeer het op een andere manier te leren (leertips) 
3. Ga samen leren of laat je overhoren 
4. Op meerdere dagen herhalen, dan komt het vanzelf in je lange termijn geheugen 

Slide 12 - Slide

Leren voor de toets

Slide 13 - Slide

Stappenplan
1. Bekijk de LessonUp's die behandeld zijn in de les, eventueel bekijk je filmpjes opnieuw, maak de tussentijdse opdrachtjes die er staan opnieuw. Snap je een onderwerp nog niet goed? Lees dan in je tekstboek.

Slide 14 - Slide

2. Geef antwoord op de leerdoelen. De leerdoelenkaart staat ook in de studiewijzer (zie Magister) van biologie. Laat je bijvoorbeeld overhoren. De antwoorden op de leerdoelen staan ook bij de samenvatting in je tekstboek.

Slide 15 - Slide

3. Oefen de onderdelen en taken van de plaatjes/bronnen die in je tekstboek staan

4. Oefen met de vragen uit je werkboek/digitale materiaal/test jezelf

5. Nu ben je klaar met je voorbereiding! Jij kan dit! Ga ervoor!

Slide 16 - Slide

Oefenwebsites
www.biologiepagina.nl (Heeft de meest overzichtelijke website en geeft alternatieve uitleg en vragen)

www.biodoen.nl
www.bioplek.org
www.bioquest.nl
www.biodesk.nl

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Meest gemaakte fouten
1. Er worden halve antwoorden gegeven (bijv. geen uitleg geven terwijl daar wel om wordt gevraagd).
2. Onderdelen worden door elkaar gehaald door het te snel trekken van conclusies (begeleidende informatie wordt soms verkeerd of te snel gelezen).
3. Er worden geen verbanden gelegd bij nieuwe situaties en voorbeelden.

Slide 21 - Slide

'Halve' antwoorden
Wat is een amfibie?
De vraag was: wat ís een amfibie en niet: geef een voorbeeld van een amfibie.
Je kunt hier dus niet volstaan met: een kikker. 
Daarmee leg je nog niet uit wat een amfibie is. 
Je mag je antwoord natuurlijk wel verduidelijken met een voorbeeld.

Slide 22 - Slide

Niet goed de begeleidende tekst lezen

Sophie maakt een natuurgetrouwe tekening van een bruine boon.
Ze kleurt de boon in en geeft met horizontale lijnen het poortje en de navel aan. 

Vraag 1: noem nog twee zichtbare kenmerken van de bruin boon bij een buitenaanzicht.
Geef dus niet de antwoorden die al in de tekst worden genoemd!

Slide 23 - Slide

Er worden geen verbanden gelegd

Raél snijdt een pitje van een watermeloen door midden.
Hij is verbaasd dat de binnenkant van het pitje wit is ipv zwart. zoals de buitenkant.

Leg uit waarom een pitje van een watermeloen aan de binnenkant een andere kleur heeft dan aan de buitenkant.

Slide 24 - Slide

Leerlingen schieten vaak in paniek, omdat ze helemaal niets geleerd hebben over een watermeloen.

In dit voorbeeld moet je bedenken dat een pitje een zaad is. 
Daarna bedenk je wat je allemaal weet van zaden.
Dan kun je vast wel bedenken dat de zwarte buitenkant de zaadhuid is en de witte binnenkant de zaadlobben.
Je schiet vaak in paniek, omdat je helemaal niets geleerd hebt over een watermeloen.

 

In dit voorbeeld moet je bedenken dat een pitje een zaad is.
Daarna bedenk je wat je allemaal weet van zaden.

Dan kun je vast wel bedenken dat de zwarte buitenkant de zaadhuid is en de witte binnenkant de zaadlobben.
Want dat was wél iets wat je moest leren.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

mind map maken 7 stappen
1. Onderwerp in midden
2. Verschillende takken
3. Deelonderwerpen (met de klok mee) om onderwerp
4. Kleur alle takken andere kleur.
5. Eén woord per tak, sleutelwoord; betekenis onder
6. Midden globale info; buitenkant specifieke info
7. Tekeningen, plaatjes, symbolen

Slide 31 - Slide

Samenvatting
Meest gebruikt bij grotere lappen tekst 

In een samenvatting staan alle belangrijke dingen uit de tekst, zonder alle overbodige informatie.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Stappenplan
  1. Bekijk de tekst: wat valt je op?
  2. Zoek uit waar de tekst over gaat. Dit is het onderwerp.
  3. Zoek de belangrijkste informatie. Die kan je meestal vinden in de eerste, tweede of laatste zin van elke alinea. Of gebruik signaalwoorden. Markeer deze info.
  4. Maak je samenvatting in eigen woorden.
  5. Schrijf definities letterlijk op.
  6. Lees je samenvatting kritisch door, en controleer of deze alle belangrijke informatie bevat.
  7. Gebruik ook plaatjes tekeningen.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

en verder.. 

Slide 36 - Slide

overige tips
* op vaste tijden gaan slapen en opstaan
* een stille, donkere, goed geventileerde kamer 
* 30 minuten voor je gaat slapen stoppen met schermen
* voldoende blootstelling aan daglicht overdag: naar buiten!
* voldoende beweging: sporten of wandelen!

Slide 37 - Slide

Succes met leren leren!

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Slide