Vwo 2 - K1: Grammatik: Personalpronomen + haben

VWO 2 - Woche 37 - Stunde 3
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

VWO 2 - Woche 37 - Stunde 3

Slide 1 - Slide

Aan het begin van de les
1. Zoek (rustig) je plekje op. 
2.Op tafel: 
  • Duits boek, 
  • Duits schrift, 
  • pen

Slide 2 - Slide

Planung

Herhalen: Wortschatz Lernliste B NL-DU

Besprechen: D: Grammatik

Grammatik: persoonlijk voornaamwoord + haben






    Doelen


      Je kent de persoonlijk voornaamwoorden en het werkwoord 'haben'.

      Je kent de belangrijkste woorden om jezelf in het Duits voor te kunnen stellen. 

      Je kunt een Duitse miniserie globaal volgen. 



      Slide 3 - Slide

      Wortschatz: Lernliste B (N-D)
      Was siehst du auf dem Bild? Notiere das deutsche Wort ins Heft. Vergiss den Artikel (lidwoord) nicht und achte auf die Großbuchstaben (hoofdletters). (3 Minuten)
      Bij sommige plaatjes passen meer woorden. 


      Tekst

      Slide 4 - Slide

      A: Hoe heet je?
      B: Ik heet
      A: Hoe oud ben je?
      B: Ik ben 11/12/13 jaar oud.​
      A: Waar kom je vandaan?
      B: Ik kom uit Nederland.
      A: Waar woon je?
      B: Ik woon in....
      A: Wat is je adres, postcode, telefoonnummer en     e-mailadres?
      B: Mijn ..... is ..




      Wie heißen die Zahlen auf Deutsch? Notiere im Heft. 

      Slide 5 - Slide

      Noteer de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits in je schrift.  
      (2 Minuten)
      1. 
      2. 
      3.
      5.
      6.
      7.
      4.
      8.
      9.

      Slide 6 - Slide

      Slide 7 - Slide

      --> Het werkwoord 'haben' (hebben) in de tegenwoordige tijd. 
            Neem het schema over in je schrift. 

      Slide 8 - Slide

      Slide 9 - Slide

      Slide 10 - Slide

      Nicos Weg - Hallo

      Nico Gonzales uit Spanje in naar Duitsland gekomen om Duits te leren en ook een nieuw leven op te bouwen. Luister naar de korte afleveringen en noteer in je schrift:

      -> Welche Fragen stellt Max an Nico? Notiere sie auf Deutsch. 
      -> Wie belt Lisa op? Waarom?
      -> Welche Zahlen werden genannt? Notiere sie. 
      -> Wohin geht Emma? 

      Slide 11 - Slide

      Slide 12 - Video

      nächste Stunde
      Overhoren weektaak: Lernliste B (aus - zwanzig) N-D & Lernliste C D-N


      Herhalen Grammatik: Persoonlijk voornaamwoord + haben, sein

      Kapitel 2: Paragraf A: Sehen

      Blijf op je plek tot de docent aangeeft dat het lesuur voorbij is. 
      Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter. Danke! 

      Slide 13 - Slide