Taalverzorging perron 2 mavo 4



Taalverzorging perron 2 
mavo 4 
De Rooi Pannen
1 / 30
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

Items in this lesson



Taalverzorging perron 2 
mavo 4 
De Rooi Pannen

Slide 1 - Slide

opdrachten uit het boek
Lezen uitleg blz. 19

Maken blz. 18 - 19
opdracht 1 - 2 - 3

Slide 2 - Slide

Zinnen ontleden
Lees de uitleg op blz. 19 of bekijk de volgende filpmjes.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

opdrachten uit het boek
Uitleg blz. 23 lezen

maken blz. 20 t/m 23
opdr. 4 - 5 - 6 - 7

Slide 6 - Slide

Veel voorkomende woordsoorten
Lees de uitleg op blz. 23 of kijk het volgende fimpje.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Koppelwerkwoord
Als je het koppelwerkwoord lastig vindt, dan kun je de volgende video zelf bekijken.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

opdrachten uit het boek
Lezen uitleg op blz. 24 + 26

maken blz. 24 t/m 31
opdr. 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17

Slide 11 - Slide

Voornaamwoorden
Lees de uitleg op blz. 26 of kijk de volgende fimpjes.

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Zinsontleding
pv/wg
o
lv
MW
 Op woensdagmiddag 
 pas
 ik
altijd
 op
 mijn buurmeisje.

Slide 19 - Drag question

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw

Slide 20 - Quiz

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'zijn' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw

Slide 21 - Quiz

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'lastig' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw

Slide 22 - Quiz

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Aan
het
water
zat
een
slaperige
visser.

Slide 23 - Drag question

Wat is een hoofdtelwoord?
A
weinig
B
middelste
C
tiende
D
achtste

Slide 24 - Quiz

Rangtelwoord
A
eerste
B
twaalf
C
weinig
D
driehonderdtwaalf

Slide 25 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Ik
Zijn
Haar
Hij
Mijn
Uw
Jij

Slide 26 - Drag question

Aanwijzende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoorden
Persoonlijk 
voornaamwoord
Bezittelijk
voornaamwoord
die
deze
zulk
wie
wat voor
welk
zo'n
diegene
ik
hij
ons
Haar
jullie
Zijn

Slide 27 - Drag question

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
jullie
me
je
haar
hij
uw
ons
ze
hun
zijn
jouw
hem

Slide 28 - Drag question

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Deze
Hij
Zijn
Dat
Het
Hun
Mijn
Die

Slide 29 - Drag question

Heb je nog vragen?

Slide 30 - Open question