Quiz Inleiding in de Biologie

Biologie start quiz
Inleiding in de Biologie 
4de klassen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Biologie start quiz
Inleiding in de Biologie 
4de klassen

Slide 1 - Slide

Een steen is.........
A
dood
B
levend
C
levenloos
D
levendig

Slide 2 - Quiz

Wat stelt het
plaatje voor?
A
Levensloop
B
Levenscyclus

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
A
biosfeer - organisme - populatie - ecosysteem
B
ecosysteem - biosfeer - organisme - populatie
C
populatie - organisme - biosfeer - ecosysteem
D
organisme - populatie - ecosysteem - biosfeer

Slide 4 - Quiz

Tot welk orgaanstelsel hoort de alvleesklier?
A
Verteringsstelsel
B
Beenderstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 5 - Quiz

Wat geeft een plant stevigheid?
A
Liquor
B
Mordor
C
Turgor
D
Bangor

Slide 6 - Quiz

Weefsels bestaan uit cellen met dezelfde.....
A
Ligging & Functie
B
Ligging & Vorm
C
Functie & Productie
D
Vorm & Functie

Slide 7 - Quiz

Hoe heet het dekweefsel dat lichaamsoppervlakten beschermt?
A
Endotheel
B
Epitheel
C
Mesotheel
D
Exotheel

Slide 8 - Quiz

Welke onderdelen komen niet in een dierlijke cel voor?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Vacuole
B
Celwand
C
Celmembraan
D
Ribosomen

Slide 9 - Quiz

Wat is onderdeel 3 en met
welk onderdeel stel je scherp?
A
oculair, 5
B
objectief, 10
C
revolver, 10
D
diafragma, 5

Slide 10 - Quiz

Zet in de juiste volgorde van klein (1) naar groot (5)
DNA
2
3
4
5
1
celkern
chromosoom
niercel
nier

Slide 11 - Drag question

FUNCTIE?
A
Genereren van energie
B
Maken van eiwitten
C
Transport van eiwitten
D
Enzymatische afbraak

Slide 12 - Quiz

Ayoub kijkt door de microscoop met een oculair van 10x en objectief van 40x. Wat is de vergroting?
A
100x
B
50x
C
40x
D
400x

Slide 13 - Quiz

Isotoon
Hypertoon
Hypotoon

Slide 14 - Drag question

Water kan niet via de celmembraan de cel in. Hoe komt water de cel in en hoe noem je dat proces?
A
Porie-eiwit, passief transport
B
Transporteiwit, passief transport
C
Transporteiwit, actief transport
D
Porie-eiwit, actief transport

Slide 15 - Quiz


A
Exocytose
B
Pericytose
C
Fagocytose
D
Endocytose

Slide 16 - Quiz

Charles Darwin zag tijdens zijn reis met de Beagle naar de Galapagos dat er kleine verschillen bestaan tussen de vinken die daar voorkomen. Wat voor onderzoek deed hij?
A
Ontwerpend onderzoek
B
Beschrijvend onderzoek
C
Hypothesetoetsend onderzoek

Slide 17 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
Conclusie
Waarneming
Experiment
Hypothese
Onderzoeksvraag
Resultaat
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6

Slide 18 - Drag question