MK 4.4 Samen leven

MK 4.1 Prikkels en gedrag
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

MK 4.1 Prikkels en gedrag

Slide 1 - Slide

Proefwerk hoofdstuk 4
Gedrag
in de toetsweek
 dinsdag 21 maart 

Slide 2 - Slide

  • Dominant & onderdanig
  • Gedrag
      aangeboren & aangeleerd
      overspronggedrag
  • Prikkel
      inwendig & uitwendig
  • Signaal
      overdreven signalen
  • Beloning & straf 
  • Dreigen
  • Emotie
  • Ethogram
  • Groepsdier
  • Handeling
  • Imiteren
  • Inzicht
  • Lichaamstaal
  • Oefenen
  • Rangorde
  • Reflex
  • Sperren
  • Taakverdeling
Begrippen blz. 167

Slide 3 - Slide

  • Dominant & onderdanig
  • Gedrag
      aangeboren & aangeleerd
      overspronggedrag
  • Prikkel
      inwendig & uitwendig
  • Signaal
      overdreven signalen
  • Beloning & straf 
  • Dreigen
  • Emotie
  • Ethogram
  • Groepsdier
  • Handeling
  • Imiteren
  • Inzicht
  • Lichaamstaal
  • Oefenen
  • Rangorde
  • Reflex
  • Sperren
  • Taakverdeling

Slide 4 - Slide

Leren door na te denken
A
Inzicht
B
Imiteren
C
Oefenen
D
Reflex

Slide 5 - Quiz

Leren door gedrag na te bootsen
A
Inzicht
B
Imiteren
C
Oefenen
D
Reflex

Slide 6 - Quiz

Leren door hetzelfde gedrag vaak te herhalen
A
Inzicht
B
Imiteren
C
Oefenen
D
Reflex

Slide 7 - Quiz

alles wat een mens/dier doet
verandering in de omgeving/je lichaam waarop je kunt reageren
klein stukje gedrag
een lijst met beschrijvingen van de verschillende handelingen van een mens/dier
prikkel vanuit het lichaam van een mens/dier
prikkel die van buiten het lichaam van een mens/dier komt
gedrag wat je moet aanleren
vaste, snelle reactie op een prikkel
gedrag dat je vanaf de geboorte al hebt
wijd opendoen van de snavel door jonge vogels als de oudervogel met voer bij het nest komt
Ethogram
Gedrag
Handeling
Inwendige prikkel
Prikkel
Uitwendige prikkel
Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag
Reflex
Sperren

Slide 8 - Drag question

Prikkel van een dier of mens, die dient als boodschap voor een soortgenoot =
A
Emotie
B
Lichaamstaal
C
Overdreven signalen
D
Signaal

Slide 9 - Quiz

Zonder te praten
met je lichaam laten zien
hoe je je voelt =
A
Emotie
B
Lichaamstaal
C
Overdreven signalen
D
Signaal

Slide 10 - Quiz

Signalen die erg opvallen en
een sterke reactie oproepen =
A
Emotie
B
Lichaamstaal
C
Overdreven signalen
D
Signaal

Slide 11 - Quiz

Wat iemand voelt
(is zichtbaar in de gezichtsuitdrukking)
=
A
Emotie
B
Lichaamstaal
C
Overdreven signalen
D
Signaal

Slide 12 - Quiz

4.4 Samen leven

Slide 13 - Slide

Leerdoelen 4.4 Samen leven:

  • Je kunt uitleggen hoe dieren met elkaar samenwerken in een groep.
  • Je kunt beschrijven hoe dieren in een groep de baas kunnen zijn over andere dieren.
  • Je kunt beschrijven 
     wanneer dieren dreigen 
     en wat overspronggedrag is.


Slide 14 - Slide

Groepsdieren
- dieren die samen in een groep leven
- ze werken samen

Taakverdeling
- dan is het duidelijk 
   wie wat doet
- vergroot de kans 
   op overleven

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

D o m i n a n t
 = e e n  d o m i n a n t d i e r  i s        d e   b a a s   o v e r   a n d e r e  
    d i e r e n.

     O      n  d e  r    d  a  n     ig

  =          e      e      n        on    de         r   d       a     n      ig             d ie      r        hee    ft


             ee     n           b      a     a      s    b     o    v       e   n            z      i        c       h.   

Slide 17 - Slide

     O      n  d e  r    d  a  n     ig

  =          e      e      n        on    de         r   d       a     n      ig             d ie      r        hee    ft


             ee     n           b      a     a      s    b     o    v       e   n            z      i        c       h.   

Slide 18 - Slide

Dominant
 = een dominant dier is de baas over andere dieren.

Onderdanig
 = een onderdanig dier heeft een baas boven zich.

Rangorde
 = als er in een groep dominante en onderdanige
    dieren zijn en elk dier zijn plaats kent.
   -   bij ruzies houden de dieren zich aan regels om verwondingen te voorkomen.

Slide 19 - Slide

Dreigen
 = bij dreigen bepaal je wie de sterkste is,
     zonder te vechten.

Overspronggedrag
 = gedrag van een dier dat niet bij de situatie past
 -  het gedrag ontstaat als het dier (of mens) 
     twijfelt tussen twee soorten gedrag.

Slide 20 - Slide

Dieren die samen in een groep leven, ze werken samen
Het is duidelijk wie wat doet, hier- door vergroot de kans op overleven
Dit dier is de baas over andere dieren.
Dit dier heeft een baas boven zich.
Als er in een groep dominante en onderdanige dieren zijn en elk dier zijn plaats kent.
Dan bepaal je wie de sterkste is, zonder te vechten.
Gedrag van een dier dat niet bij de situatie past.
Groepsdieren
Taakverdeling
Dominant dier
Onderdanig dier
Rangorde
Dreigen
Overspronggedrag

Slide 21 - Drag question

Weektaak 6 t/m 12 maart:

Leren: 4.4 = blz. 6 t/m 36
Maken: opdrachten 4.4 = blz. 31 t/m 36
               Verplicht: 2, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12
Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les hoofdstuk 4 goed door.

Slide 22 - Slide

Weektaak 6 t/m 12 maart:

Leren: 4.4 = blz. 6 t/m 48
Maken: opdrachten 4.4 = blz. 40 t/m 48
               Verplicht: 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 14, 15
               Zelf samenvatten (& test jezelf)
Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les hoofdstuk 4 goed door.

Slide 23 - Slide

4.5 Samenhang

Slide 24 - Slide

                                                         Weektaak 13 t/m 19 maart:
Leren: hoofdstuk 4 = blz. 6 t/m 47
Maken: samenhang = blz. 37 t/m 42
               samenvatten = blz. 43 + 44
               test jezelf = blz. 45 t/m 47
Proefwerk hoofdstuk 4 Gedrag
Toetsweek = 21 maart 

Slide 25 - Slide

Proefwerk hoofdstuk 4
Gedrag
in de toetsweek
dinsdag 21 maart 

Slide 26 - Slide