h2.1

Druk! En het wordt nog drukker!
H2.1
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Druk! En het wordt nog drukker!
H2.1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel broers/zussen heb jij?
A
Geen, ik ben enig kind
B
1 broer/zus
C
2 broers/zussen
D
3 of meer broers/zussen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Snelle bevolkingsgroei
  1. Steeds hogere levensverwachting
  2. Groot aantal geboorten (vooral in arme landen)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom zijn in arme landen de gezinnen vaak zo groot?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Snelle bevolkingsgroei in arme landen
De wereldbevolking groeit snel, dit komt vooral omdat er in arme landen veel kinderen worden geboren omdat:

  1. Veel kinderen, veel aanzien
  2. Kinderen verdienen geld en kunnen zorgen voor de ouders
  3. Minder voorbehoedsmiddelen
  4. Hoge kindersterfte

Slide 5 - Slide

over kinderstefte komt een filmpje
Kijkvragen: 


1.Waarvoor gebruiken mensen de rivier?
2.Waarom worden kinderen snel ziek?
3.Welke ziektes krijgen ze? 

Slide 6 - Slide

Schrijf vragen op papier of op laptop ander bestand openen
Naast diarree komt longontsteking ook vaak voor

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Kijkvragen: 

1.Waarvoor gebruiken mensen de rivier?
-Het wassen van kleding, eten en zichzelf
-Spelen
-WC
2.Waarom worden kinderen snel ziek?
-Gebrek aan schoon drinkwater en hygiëne
3.Welke ziektes krijgen ze? 
-Diarree

Slide 8 - Slide

Naast diarree komt longontsteking ook vaak voor
Groenland
Brazilië
De Sahara
Dunbevolkt vanwege droogte
Dunbevolkt vanwege kou en ijs
Dunbevolkt vanwege tropisch regenwoud

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Bevolkingsdichtheid berekenen
Rekenvoorbeeld:
Een land heeft 2.000.000 inwoners. Het totale oppervlakte is 5.000 km2.
Hoe bereken je de bevolkingsdichtheid?
Totaal aantal inwoners delen door het totaal aantal km2.
2.000.000 delen door 5.000 = 400 inwoners per km2.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is de bevolkingsdichtheid van de provincie Groningen? Rond af op een heel getal.
Oppervlakte: 2960 km2, inwoners: 583.000.
Neem voor het antwoord de onderstaande zin over, vul de stippen in:
... inwoners per km2.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat is de bevolkingsdichtheid van de provincie Zuid-Holland? Rond af op een heel getal.
Oppervlakte: 3403 km2, inwoners: 3.618.000
Neem voor het antwoord de onderstaande zin over, vul de stippen in:
... inwoners per km2.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Vergelijk opdracht
Google de landen Tsjaad en  Zweden. Vergelijk de landen op basis van: 

1. De bevolkingsdichtheid
2. De bevolkingsspreiding en waarom juist daar de meeste mensen wonen
3. De grootte van de gezinnen en de oorzaak voor het verschil
met het andere land
4. De levensverwachting en  de oorzaak van het verschil met het andere land

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


1. Bevolkingsdichtheid: 9,4 inwoners per km2. Dus dunner bevolkt dan zweden
2. Bevolkingsspreiding: Meeste mensen wonen in het zuiden (hier zijn de meeste steden) Dat komt omdat in het noorden woestijn is
3. Gezinsgrootte: de gezinnen zijn groter dan in Zweden. Het is een arm land waar kinderen helpen met werk, jong sterven, mensen zwangerschappen niet voorkomen en een groot gezin veel aanzien heeft
4. De levensverwachting is laag. omdat de medische zorg en hygiëne slecht is.


1. Bevolkingsdichtheid: 24,1 inwoner per km2
2. De bevolkingsspreiding: De meeste mensen wonen in het zuiden, omdat het is het noorden veel kouder is.
3. De gezinnen zijn klein. Het is een rijk land. Mensen voorkomen zwangerschappen en kinderen hoeven niet te werken dus kunnen naar school.
4. De levensverwachting is hoog, omdat de medische zorg en hygiëne goed ontwikkeld zijn
Tsjaad
Zweden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Feedback geven 
Er zijn 6 groepen. 
Groep 1,2 en 3 delen het document met elkaar
Groep 4,5 en 6 delen het document met elkaar.
Overleg met je groepje en geef elkaar feedback.
Zet je feedback op classroom

Klaar?

Verwerk je gekregen feedback

Klaar?

Leren voor de toets b-nummers:
    B 38 t/m 52
Werken op fluistertoon
timer
10:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions