formatief 7.2+7.3

formatief 7.2+7.3
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

formatief 7.2+7.3

Slide 1 - Slide

Welk van de volgende stoffen is een sterk zuur?

Slide 2 - Slide

Welk van de volgende stoffen is een sterk zuur?
A
azijn
B
zoutzuur
C
ammoniak
D
waterstofcyanide

Slide 3 - Quiz

Welk van de volgende stoffen is een zwakk zuur?
A
zwavelzuur
B
waterstofperchloraat (HClO4)
C
fosforzuur
D
salpeterzuur

Slide 4 - Quiz

Wat is de beste notatie van ammonia?
A
NH3 (g)
B
NH3 (aq)
C
NH4^+(aq)
D
OH^- (aq)

Slide 5 - Quiz

hoe leg je het beste uit of een reactie een zuur-base reactie is?
A
Een reactie waarbij zuren en basen reageren.
B
Een reactie waarbij het zuur X een proton (H+) overdraagt aan de base Y
C
Een reactie waarbij water gevormd wordt.
D
Een reactie waarbij zuren reageren.

Slide 6 - Quiz

Welke stof gedraagt zich als een zwakke base?
A
kaliumhydroxide
B
natriumhydroxide
C
magnesiumoxide
D
ammoniak

Slide 7 - Quiz

Geef de (beste) reactievergelijking als zwavelzuur-oplossing reageert met ammonia
A
H2SO4 + 2 NH3 --> SO4^2- + 2 NH4^+
B
H2SO4 + NH3 --> HSO4^- + NH4^+
C
2 H3O^+ + 2 NH3 --> 2 H2O + 2 NH4^+
D
H3O^+ + NH3 --> H2O + NH4^+

Slide 8 - Quiz

Geef de (beste) reactievergelijking als barietwater reageert met salpeterzuur-oplossing
A
Ba(OH)2 + 2 HNO3 --> Ba(NO3)2 + 2 H2O
B
Ba(OH)2 + HNO3 --> BaNO3 + H2O
C
OH^- + H3O^+ --> 2 H2O
D
OH^- + HNO3 --> NO3^- + H2O

Slide 9 - Quiz

Leg uit of de reactie tussen zoutzuur en vast krijt (CaCO3) een zuurbase reactie is
A
ja want er staat zoutzuur
B
ja want het zuur staat een H^+ af aan de base
C
ja want het zuur H3O^+ staat een H^+ af aan de base CaCO3
D
ja want HCl reageert met CaCO3

Slide 10 - Quiz

Geef de notatie van elk sterk zuur
A
SZ
B
hele formule van de stof of het deeltje
C
H3O^+
D
OH^-

Slide 11 - Quiz

Geef de notatie van elke sterke base
A
SB
B
hele formule van de stof of het deeltje
C
OH^-
D
H3O^+

Slide 12 - Quiz

Geef de (beste) reactievergelijking als overmaat fosforzuur-oplossing reageert met natriumcarbonaat-oplossing
A
2 H3O^+ + CO3^2- ---> 3 H2O + CO2
B
2 H3PO4 + Na2CO3 ---> 2 NaH2PO4 + H2O + CO2
C
2 H3PO4 + CO3^2- ---> 2 H2PO4^- + H2O + CO2
D
H3PO4 + CO3^2- ---> H2PO4^- + HCO3^-

Slide 13 - Quiz