What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Present simple, continuous and past simple
Welke is het?
Present simple
Present continuous
Past simple
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Engels
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welke is het?
Present simple
Present continuous
Past simple
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Waar hoort deze zin bij?
She is teaching us grammar
A
Present simple want het is een gewoonte/feit
B
Present continuous want het gebeurd NU
C
Past simple want het is in het verleden gebeurd en nu klaar.
Slide 6 - Quiz
Waar hoort deze zin bij?
They leave work every afternoon at 5 pm
A
Present simple want het is een gewoonte/feit
B
Present continuous want het gebeurd NU
C
Past simple want het is in het verleden gebeurd en nu klaar.
Slide 7 - Quiz
Waar hoort deze zin bij?
I always walk my dog in the morning
A
Present simple want het is een gewoonte/feit
B
Present continuous want het gebeurd NU
C
Past simple want het is in het verleden gebeurd en nu klaar.
Slide 8 - Quiz
Waar hoort deze zin bij?
We are talking to the teacher right now
A
Present simple want het is een gewoonte/feit
B
Present continuous want het gebeurd NU
C
Past simple want het is in het verleden gebeurd en nu klaar.
Slide 9 - Quiz
Waar hoort deze zin bij?
George stopped to look at what happened
A
Present simple want het is een gewoonte/feit
B
Present continuous want het gebeurd NU
C
Past simple want het is in het verleden gebeurd en nu klaar.
Slide 10 - Quiz
Waar hoort deze zin bij?
We have to learn the irregular verbs
A
Present simple want het is een gewoonte/feit
B
Present continuous want het gebeurd NU
C
Past simple want het is in het verleden gebeurd en nu klaar.
Slide 11 - Quiz
Waar hoort deze zin bij?
We went to Spain last holiday.
A
Present simple want het is een gewoonte/feit
B
Present continuous want het gebeurd NU
C
Past simple want het is in het verleden gebeurd en nu klaar.
Slide 12 - Quiz
Waar hoort deze zin bij?
You are taking a great risk.
A
Present simple want het is een gewoonte/feit
B
Present continuous want het gebeurd NU
C
Past simple want het is in het verleden gebeurd en nu klaar.
Slide 13 - Quiz
vervoeg het woord tussen haakjes:
My sister always ……… (to read)books.
Slide 14 - Open question
vervoeg het woord tussen haakjes:
She ……… (to go) to the park every Friday.
Slide 15 - Open question
vervoeg het woord tussen haakjes:
He……….(to watch) a netflix serie at the moment.
Slide 16 - Open question
vervoeg het woord tussen haakjes:
Last year I ……..(spend) my holiday in Ireland.
Slide 17 - Open question
vervoeg het woord tussen haakjes:
She……….(to wait) for the train at the moment.
Slide 18 - Open question
vervoeg het woord tussen haakjes:
Yesterdat we ……… (be) very lucky with the weather.
Slide 19 - Open question
vervoeg het woord tussen haakjes:
She……………(to study) at the ROC van Twente.
Slide 20 - Open question
vervoeg het woord tussen haakjes:
Thomas………..(to watch) Netflix every day.
Slide 21 - Open question
Irregular verbs
to …….. - told- told
A
tol
B
tool
C
tel
D
tell
Slide 22 - Quiz
Irregular verbs
to break - ……. - …...
A
breaked - broken
B
broke - broken
C
broke - broked
D
break- break
Slide 23 - Quiz
Irregular verbs
To make - ….. - …...
A
made - made
B
maked - makes
C
mede - made
D
made - maked
Slide 24 - Quiz
Grammar: Irregular verbs
Which one is correct?
choose one
A
To blaw - blew -blawn
B
To blow -blew- blown
C
To blow - blow -blown
D
To blow -blew-blawn
Slide 25 - Quiz
Irregular verbs
To lose - ….. - …...
A
loose- losed
B
lost - lost
C
loes - lose
D
lost - lossed
Slide 26 - Quiz
Irregular verbs
to fly - …... - …….
A
flied - flown
B
flewed - flown
C
flew - flewn
D
flew - flown
Slide 27 - Quiz
Irregular verbs
to give - …... - …….
A
gaved - given
B
given - gave
C
give - give
D
gave - given
Slide 28 - Quiz
How did you do?
A
This was easy woman!
B
I did okay I think I could pass
C
I am not sure, I still have some learning to do
D
O my god. Really? I will not pass this test.
Slide 29 - Quiz
More lessons like this
Werkwoordstijden - Past simple
September 2024
- Lesson with
52 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1-4
Lesson 9 (time & used to)
September 2023
- Lesson with
33 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Mastering Past Simple Irregular Verbs
April 2024
- Lesson with
13 slides
Irregular verbs
September 2023
- Lesson with
14 slides
De Past Simple Verb Tense
June 2023
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
K4 Grammar test Unit 1
October 2022
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
AR2_HaVw_Unit4_Test Preparation
March 2021
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
week 15
April 2021
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1