Herhalingsles

Optie 1: Eigen werk nakijken met nakijkboekje, eerst laten zien

Optie 2: Aan de slag met de Samenvatten (blz 54 uit werkboek), klaar? Deze nakijken met nakijkboekje

Optie 3: Schrijven van een samenvatting of begrippenlijst van hoofdstuk 1

Heb je vragen of zijn er onderwerpen onduidelijk? Kom naar me toe
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Optie 1: Eigen werk nakijken met nakijkboekje, eerst laten zien

Optie 2: Aan de slag met de Samenvatten (blz 54 uit werkboek), klaar? Deze nakijken met nakijkboekje

Optie 3: Schrijven van een samenvatting of begrippenlijst van hoofdstuk 1

Heb je vragen of zijn er onderwerpen onduidelijk? Kom naar me toe

Slide 1 - Slide

Leerdoel: je kunt de levenskenmerken noemen en uitleggen
organisme = levend wezen
Een organismen herken je aan de 6 levenskenmerken:
  1. voeden
  2. groeien
  3. ademen
  4. uitscheiding 
  5. reageren 
  6. voortplanten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Zelfde soort?

Slide 4 - Slide

Naamgeving
wetenschappelijke naam. bedacht door Linnaeus
Bestaat uit:
Geslachtsnaam - eerste deel met een Hoofdletter
Soortnaam - geeft de soort van het dier aan met een kleine letter



Klimop
Hedera Helix

Slide 5 - Slide

Determineren
Het opzoeken van een naam van een organisme noemen we determineren. 

Je gebruikt kenmerken om de naam van een plant of dier op te zoeken. 
Met behulp van een zoekkaartdetermineertabel of flora zoek je de naam op. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Inwendig skelet
- Vissen en gewervelden (dieren met een wervelkolom) 

Uitwendig skelet
- Geleedpotigen (krabben, kreeften en insecten) en weekdieren (slakken en schelpdieren) 
- Skelet beschermt zachte binnenkant

Slide 8 - Slide

Schimmels en bacteriën
Schimmels
  •  Geen bladgroenkorrels dus geen fotosynthese
  •  Hebben een celwand én hun DNA in een celkern

Bacteriën
  • Geen bladgroenkorrels  dus geen fotosynthese
  • Hebben een celwand en DNA in losse draden in de cel

Slide 9 - Slide

Bacteriegroei op eten kun je voorkomen door de groeiomstandigheden voor bacteriën slechter te maken. Hierdoor maak je het eten langer houdbaar, dit noem je conserveren

Slide 10 - Slide

H1.5 Voedselkringloop
  • Producenten: Planten maken energierijke stoffen doormiddel van fotosynthese
  • Consumenten: Dieren (en mensen) eten deze planten
  • Afvaleters: eten dode dieren en planten
  • Reducenten: Schimmels en bacteriën breken de laatste resten af en maken mineralen, als voeding voor planten

Slide 11 - Slide

Let op de pijlen!

Slide 12 - Slide

H1.6 Biotechniek
Moderne biotechniek
- DNA van organismen veranderen zodat ze nieuwe eigenschappen krijgen
Organismen voor je laten werken m.b.v techniek
Klassieke biotechniek
- Eten maken m.b.v micro-organismen:
bacteriën en schimmels (gist)

Slide 13 - Slide

Moderne biotechniek
- Het veranderen van DNA heet genetisch modificeren
- Door voedsel genetisch te modificeren kan het meer voedingsstoffen bevatten



Slide 14 - Slide