5.4 verhoudingen

Rekenen
Verhoudingen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Rekenen
Verhoudingen

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
  • Je weet wat verhoudingen zijn.
  • Je kan verhoudingstabellen maken.
  • Je kan rekenen met verhoudingen.

Slide 2 - Slide

Verhoudingen
Verhoudingen geven aan hoe twee (of meer) grootheden zich tot elkaar verhouden. 
Je komt ze veel tegen, bijvoorbeeld bij het koken.

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig. Je gaat koken voor 8 personen. Hoeveel gram noedels heb je nodig?

                                                                

Slide 3 - Slide

 Verhoudingstabellen.

In een verhoudingstabel kun je de getallen die onder elkaar staan met hetzelfde getal vermenigvuldigen of door hetzelfde getal delen.

Slide 4 - Slide

De kaas kost € 2,30 per 100gram.
Indy koopt 300 gram. Hoeveel moet ze betalen?
A
€ 4,60
B
€ 6,90
C
€ 1,10
D
€ 6,60

Slide 5 - Quiz

Vraag
Indy koopt 3 kilogram appels. De appels kosten € 1,80 voor 2 kilogram. Hoeveel moet Indy voor de appels betalen?

Schrijf je berekening uit.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

uitrekenen op je blaadje.

Slide 8 - Slide

voor 4 personen heb je 600 gram nodig. Voor 9 personen heb je dus...... gram tomaten nodig.
A
1250 gram
B
1200 gram
C
1300 gram
D
1350 gram

Slide 9 - Quiz

6 appels kosten in
de winkel € 2,10

Hoeveel kosten 5 appels?

Slide 10 - Slide

6 appels kosten in
de winkel € 2,40
Wat kosten 5 appels
A
€ 0,40 cent
B
€ 200 cent
C
€ 2,- euro
D
€ 4,00

Slide 11 - Quiz

Reken uit met een verhoudingstabel:

Een oude auto gebruikt 60 liter diesel om 600 kilometer af te leggen. Hoeveel kilometer rijdt deze auto met 1 liter diesel?

Slide 12 - Open question

Maken in studiemeter
Startrekenen MBO niveau 2
Thema wonen
Taak 1 boodschappen doen.


Slide 13 - Slide