4.1 Snelheid

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 4: Bewegen

Deze les:

- Uitleg par. 4.1: Snelheid

- Maken opdrachten par. 4.1

Doel van de les:

- Ik kan uitleggen wat snelheid is.

- Ik kan snelheid berekenen.

Snelheid

Snelheid

Snelheid = het tempo waarin je je verplaatst. 

Snelheid

Snelheid = het tempo waarin je je verplaatst. 

Snelheid heeft met afstand en tijd te maken.

Snelheid

Snelheid = het tempo waarin je je verplaatst. 

Snelheid heeft met afstand en tijd te maken.

Om de snelheid te berekenen, moet je de afstand en de tijd weten.

Snelheid

Snelheid = het tempo waarin je je verplaatst. 

Snelheid heeft met afstand en tijd te maken.

Om de snelheid te berekenen, moet je de afstand en de tijd weten.

Snelheid drukken we uit in km/h of m/s.

Snelheid berekenen

Gemiddelde snelheid = totale afstand in kilometers die je aflegt in de tijd van een uur.

Met een verhoudingstabel   

Constante snelheid

Bij een constante snelheid is de 

snelheid op elk moment even groot.

Constante snelheid

Bij een constante snelheid is de 

snelheid op elk moment even groot.

Bij een beweging met constante

snelheid, zijn de gemiddelde 

snelheid en de snelheid op een

moment steeds aan elkaar gelijk. Je

berekent de constante snelheid dus 

op dezelfde manier als de 

gemiddelde snelheid met een 

verhoudingstabel.

Een auto legt in 10 minuten 6 km af. Wat is de gemiddelde snelheid in km/h? (Hoeveel km legt hij in 1 uur af?)

1. 1,67 km/h
2. 0,6 km/h
3. 36 km/h
4. 60 km/h

Thomas fietst in 30 seconden 150 meter. Wat is zijn gemiddelde snelheid in m/s?

1. 5 m/s
2. 0,2 m/s
3. 180 m/s
4. 45 m/s

Aan de slag!

- Lezen: blz. 66, 67, 68

- Maken: opdr. 1 t/m 13 (vanaf blz. 129 wb.)

- Uitdagend: opdr. 14 t/m 19