klas 2MHa 6-1-2024 fictie - Fictie algemeen

Welkom bij Nederlands!
Allereerst de beste wensen voor 2025!



Op tafel heb je liggen:
  • lesboek;
  • schrift;
  • pen.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Allereerst de beste wensen voor 2025!



Op tafel heb je liggen:
  • lesboek;
  • schrift;
  • pen.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen
  • Aan de slag met fictie

Slide 2 - Slide



Je kunt
  • het verschil omschrijven tussen fictie en zakelijke teksten;
  • het verschil omschrijven tussen fictie en poëzie;
  • personages en perspectief herkennen in een verhaal;
  • tijd en plaats duiden in een verhaal;
  • genres en hun kenmerken herkennen en benoemen;
  • gedichten herkennen en hun kenmerken herkennen en benoemen.


Je kunt
  • het verschil omschrijven tussen fictie en zakelijke teksten.
Doel lessenserie
Lesdoel

Slide 3 - Slide

1.1 Zakelijke tekst of fictie
  • Weet wat het doel is van de teksten die je leest.
  • Zakelijke teksten: informatieve, instructieve of betogende teksten uit het dagelijks leven.
  • Fictie: een verzameling teksten die door een schrijver verzonnen zijn, soms geïnspireerd op waargebeurde verhalen. 

Slide 4 - Slide

bron: Hoogeveense courant
bron: Doyoucopy
Zakelijk

Slide 5 - Slide

Fictie

Slide 6 - Slide

Maak opdracht 1 in het werkboek (blz. 7) 

Slide 7 - Slide

1.2 Genres en hun kenmerken 
Heel veel teksten kunnen onder fictie gerekend worden. Bijvoorbeeld:
  • verhalen over jongeren
  • oorlogsverhalen
  • sprookjes
  • gedichten

Slide 8 - Slide

De genres worden ingedeeld in categorieën.

Kijk maar eens naar de afbeelding hiernaast.

In welke categorie past het boek dat je nu leest op school?

Slide 9 - Slide

Maak opdracht 2 in het werkboek (blz. 8)

Slide 10 - Slide

Kenmerken van genres (blz. 9) (een aantal)
genre
kenmerken
avonturenverhaal
- spannende gevechten, ontdekkingen;
- hoofdpersoon => vaak held
- speelt op vreemde en/of exotische plaatsen
- reizen
dagboek
- waargebeurd en persoonlijk
- ik-perspectief (uitleg volgt nog)
- gebeurtenissen vaak per dag geschreven

Slide 11 - Slide

Kenmerken van genres (blz. 9) (een aantal)
genre
kenmerken
detectiveverhaal
- misdaad wordt opgelost;
- verhaal is een puzzel;
- onverwachte wendingen => spanning
griezelverhaal
- griezelige wezens en/of voorwerpen
- beschrijvingen eng en bloedstollend
- omgeving en tijd => verhaal extra eng
- griezelige woorden: krijsen, ritselen, gillen enz.

Slide 12 - Slide

Kenmerken van genres (blz. 9) (een aantal)
genre
kenmerken
historisch verhaal
- persoon kan echt bestaan hebben;
- kan over historische gebeurtenis gaan;
- je leert over vroeger;
- details maken het verhaal geloofwaardig.
oorlogsverhaal
- realistisch;
- speelt zich af in oorlogsgebieden;
- wapens, vijanden en wrede dingen;
- verhaal vaak afschrikwekkend;

Slide 13 - Slide

Kenmerken van genres (blz. 9) (een aantal)
genre
kenmerken
science fiction
- verzonnen verhaal => speelt zich af in de ruimte of op een andere planeet (bijv. Starwars);
- vaak vergevorderde technologie;
- ruimteschepen om te reizen;
- ruimtewezens spelen belangrijke rol;
- verschil met fantasy: SF zou werkelijkheid kunnen worden.

Slide 14 - Slide

1.3 Belangrijke begrippen (blz. 11)

Perspectief
  • ik-perspectief;
  • hij/zij-perspectief.
Plaats
  • Waar speelt het verhaal zich af. Belangrijk voor het verhaal.
Tijd
  • op 2 manieren belangrijk: 
  • in welke tijd speelt het verhaal zich af;
  • hoeveel tijd gaat voorbij in het verhaal (een dag, maand, jaar enz.)

Slide 15 - Slide



Je kunt
  • het verschil omschrijven tussen fictie en zakelijke teksten;
  • het verschil omschrijven tussen fictie en poëzie;
  • personages en perspectief herkennen in een verhaal;
  • tijd en plaats duiden in een verhaal;
  • genres en hun kenmerken herkennen en benoemen;
  • gedichten herkennen en hun kenmerken herkennen en benoemen.


Je kunt
  • het verschil omschrijven tussen fictie en zakelijke teksten.
Doel lessenserie
Lesdoel

Slide 16 - Slide

Huiswerk 9 januari
Leren:
Theorie H1 uit het werkboek.

Tip: maak voor jezelf een samenvatting.

Slide 17 - Slide