Culturele diversiteit:De vijf meest voorkomende andere nationaliteiten in Nederland zijn:
Turks, Marokkaans, Indonesisch, Duits en Surinaams. De laatste jaren zijn er vooral veel Polen en Syriërs in Nederland komen wonen.
Al deze mensen nemen hun eigen cultuur mee. Kenmerken van deze culturen worden overgenomen in de Nederlandse cultuur waardoor deze verandert.
De cultuur in een land die de meeste mensen hebben, noem je de dominante cultuur. In Nederland is dat bijvoorbeeld de Nederlandse cultuur en in Japan is dat de Japanse cultuur.
De andere kleinere culturele groepen noem je subculturen. Dit zijn in Nederland onder andere de Turkse en Poolse cultuur. Maar ook de jongerencultuur is een subcultuur.
Een subcultuur kan dus naast de dominante cultuur in een land bestaan. Als een subcultuur zich niet aan de regels houdt van de dominante cultuur, noem je dit tegencultuur. Een voorbeeld hiervan zijn milieuactivisten en voetbalhooligans.
Cultuurshock
Vijf fases:
- voorvertrek-fase
- vakantiegevoel-fase
- boosheids-fase
- aanpassingsfase
- thuiskeershock
F-cultuur: Fijnmazige cultuur
- veel, strakke en gedetailleerde (gedrag)regels
- de groep is het allerbelangrijkste
- traditionele cultuur
Kenmerken:
- veel respect en aanzien voor ouderen
- samen eten is belangrijk
Voorbeelden: Marokko, Turkije, China, Somalië en Vietnam.
G-cultuur: Grofmazige cultuur
- weinig, losse en globale regels
- individu is het belangrijkst
- moderne cultuur
Kenmerken:
- leven vanuit de eigen innerlijke normen en waarden
- ouderdom wordt vaak als negatief gezien
Voorbeelden: VS, Groot- Brittannië, Duitsland, Frankrijk, België en de Scandinavische landen.
Factoren die van invloed zijn of je meer tot een F-cultuur of meer tot een G-cultuur hoort:
economische factor
In een arm land is het groepsgevoel sterker omdat je de groep nodig hebt om te overleven.
religieuze factor
Een religie heeft vaak strakke regels. Ben je religieus dan moet je je ook aan deze regels houden.
sociale factor
De sociale omgeving waar je woont en werkt bepaalt voor een deel de regels waar je je aan moet houden.
individuele factor
Ieder mens is anders: houd je van structuur of meer van chaos en verrassingen?